Jan De Nul grote financier van noodlijdende Senior Assist

De bagger- en bouwgroep Jan De Nul uit Aalst blijkt één van de grote financiers te zijn van de rusthuizengroep Senior Assist. De financieel noodlijdende groep van Frank Bamelis en Bart Vanderschrick staat persoonlijk borg voor 75 miljoen aan leningen verstrekt door Jan De Nul. Dit jaar werd daar 11 miljoen van terugbetaald. Senior Assist verkocht dit jaar al zeven van zijn woonzorgcentra. Dit najaar is de bijkomende verkoop gepland van een aantal van de 35 rusthuizen van de groep. Senior Assist zoekt verse middelen om haar schulden te kunnen nakomen maar moet tegelijkertijd geld vinden om verschillende nieuwe rusthuizen die in de steigers staan te kunnen openen. De revisor twijfelt aan de haalbaarheid van het plan. Senior Assist is één van de grote spelers op de Vlaamse markt van private rust- en verzorgingstehuizen.



Wie zich graag verdiept in een jaarrekening met veel schuldfinancier kan terecht bij Senior Assist. Nieuw daarbij is dat nu blijkt dat de groep Jan De Nul optrad als financier van negen projecten van Senior Assist. In het voorjaar bleek dat die laatste het water aan de lippen heeft staan. Er werd onderhandeld met de groep Straco van het echtpaar De Raedt-Verheyden. Die laatste bouwden hun vermogen op met de exploitatie van medische labo’s. De deal met Straco sprong echter af. Senior Assist verkocht eind vorig jaar wel haar belangrijke dochters Pharma Base en Pharma Force die instaan voor de geneesmiddelendistributie van de groep. De omzet van Senior Assist zakt daardoor met bijna 50 miljoen euro. De positieve impact van de verkoop van Pharma op de balans van dit jaar zou 6 miljoen euro bedragen.

Over 2016 boekt Senior Assist een verlies van 2,4 miljoen euro op een omzet van 124 miljoen euro. Het eigen vermogen valt terug van 38 naar 35 miljoen euro. De totale schuldenlast blijft gelijk op 133 miljoen euro. Dat kon omdat één bank akkoord ging met uitstel van betaling en omzetting van kortlopende schuld in langlopende schuld. Revisor Grant Thornton keurt de balans goed zonder voorbehoud maar wijst wel op “het bestaan van een onzekerheid van materieel belang die significante twijfel kan doen ontstaan over het vermogen van de vennootschap om haar continuïteit te handhaven.”