La Villa des Cèdres op Saint-Jean-Cap-Ferrat, het Franse schiereiland tussen Monaco en Nice, staat te koop. De koper zal er minstens 300 miljoen euro voor moeten neertellen. De villa, annex tuinen en serres, is daarmee het duurste residentieel vastgoed ooit. De villa was van 1904 tot 1924 in handen van de Belgische koning Leopold II. De monarch kocht in die periode zowat alles wat te koop was in de omgeving van Monaco. Of toch alles wat prestigieus was.
Onder impuls van Leopold II werden aan de Villa des Cèdres 25 verwarmde serres gebouwd, nu goed voor 20.000 planten. In 1924 kwam de villa in handen van de familie Marnier-Lapostolle, uitvinder van de likeur Grand Marnier. Tot op vandaag worden op Cap-Ferrat planten gekweekt die worden verwerkt in Grand Marnier. Nadat de Italiaanse groep Campari Grand Marnier overnam, werd het ook eigenaar van de prestigieuze villa, goed voor een verkoopprijs nu van 216.000 euro per vierkante meter.
Begin 20ste eeuw was de Belgische koning de belangrijkste investeerder in de Zuid-Franse regio. Naast de Villa des Cèdres bouwde hij nog de villa ‘La Leopolda’ die in handen kwam van de weduwe van de beruchte Libanese bankier Edmond Safra. De derde villa van Leopold, ‘Saint Second’, was via een aparte weg verbonden met La Villa des Cèdres. Die laatste was op dat moment het verblijf van de barones van Vaughan, in een vroeger lever gewoon Caroline Delacroix, de 50 jaar jongere minnares van de koning.
Er volgden nog vier villa’s: La Banana, La Boma, La Matadi en La Mauresque. Die laatste zal in handen komen van de schrijver Somerset Maugham. De drie eerste liet Leopld gebruiken door de officieren van zijn leger die hem hadden gediend in Congo, bakermat van zijn persoonlijk koloniaal fortuin. Om en bij 90 graftombes op het kerkhof van Sint-Jean getuigen nog van de Belgische aanwezigheid. Met uitzondering van de familie Boël hebben de meeste Belgen er nu plaats gemaakt voor de ultra-rijksten van deze aarde.
