Wallonië grijpt de macht bij Veviba

Het Waals gewest werkt aan de overname van de slachthuisgroep Veviba in Bastogne. De Izegemse eigenaarsfamilie Verbist wordt daarbij handig naar de uitgang gewerkt. Verbist heeft dat in eerste instantie aan zichzelf te danken nadat is gebleken dat de groep 12 jaar verouderd vlees uitvoerde naar Kosovo. Minder bekend is dat de familie een lening aanging van 5,5 miljoen euro bij Sogepa, het financieringsvehikel van het Waals gewest. Daarvan moet nog 3,7 miljoen euro worden terugbetaald. De Waalse politiek grijpt deze lening nu aan als koevoet om de toegang tot Veviba te forceren. Nog vandaag zou een oproep worden gelanceerd naar potentiële overnemers van het bedrijf toe.



We hebben het hier al dikwijls gezegd en geschreven: de Waalse politiek probeert een financiële voet te hebben in elk belangrijk economisch dossier in hun regio. De Sogepa-lening aan Veviba is hier een mooi voorbeeld van. De lening liet Sogepa toe een “waarnemer” te benoemen in de raad van bestuur van de groep. De voorbije dagen zou er forse druk zijn uitgeoefend op de familie Verbist om de eigendom over de slachterij in Bastogne uit handen te geven. Het feit dat alle distributeurs hun vertrouwen in het bedrijf hebben opgezegd, maakt dat vader en zoon Verbist, bovenop het gerechtelijk onderzoek, nog weinig argumenten over hebben om zich te verzetten tegen deze Waalse machtsgreep.

Concreet wordt gezocht naar een overnemer voor Veviba in Bastogne en voor de wildslachterij Lanciers in Rochefort waar 70 man werkt. Bedoeling is een breuk met het verleden te maken in de hoop op die manier het vertrouwen bij de afnemers te herstellen. Die afnemers kunnen nu terecht bij andere leveranciers maar wel onder minder makkelijke logistieke omstandigheden.

Ondertussen blijkt ook dat het Federaal Voedselagentschap FAVV wel degelijk snel het Luxemburgs gerecht heeft op de hoogte gebracht van de Kosovaarse vleesfraude bij Veviba. Het laattijdig optreden tegen het bedrijf zou dan ook vooral te wijten zijn aan het gerecht zelf.