Broers Dejager moeten 48 miljoen euro zwart geld ophoesten

De West-Vlaamse textielondernemers Luc en Johan Dejager zien 48 miljoen euro verbeurd verklaard door het Antwerpse Hof van Beroep. Dat bevestigt daarmee een eerdere uitspraak van het Gentse Hof van Beroep in 2016. 48 miljoen euro is de waarde van effecten die beide broers, eigenaar van het bedrijf Osta Carpets, zwart probeerden binnen te brengen in België. Dat volledig bedrag is dus nu in beslag genomen. De rechtbank maakt daarbij een onderscheid tussen de basis van het misdrijf, het geld dat destijds naar het buitenland werd versast, en de winst die ermee werd gemaakt en die werd gepoogd wit te wassen. Hier dus 48 miljoen euro. Fiscale advocaten reageren onthutst.



Het Gentse Hof van Beroep maakte eerder al dezelfde redenering. Beide ondernemers gingen echter in cassatie tegen die stelling. Die verwees het dossier door naar Antwerpen. Waarmee de Belgische rechtsmiddelen uitgeput zijn .

De broers Dejager werden betrapt nadat hun rekeninggegevens bij de Liechtensteinse bank LGT waren uitgelekt. Ze bleken tientallen miljoenen euro’s zwarte inkomsten in Liechtenstein en andere belastingparadijzen verborgen te hebben gehouden. In 2006 maakten de broers gebruik van de fiscale regularisatie. Maar achteraf bleek dat dat die aangifte onvolledig was. Via Luxemburg hadden de broers nog meer zwarte inkomsten witgewassen.

Michel Maus trekt nu naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Volgens hoogleraar fiscaal recht Michel Maus (VUB) roept de zware verbeurdverklaring juridische vragen op. “De rechtspraak zegt dat je na zo’n strafrechtelijke verbeurdverklaring een heffing van de fiscus kan krijgen. Maar zo kan je mensen echt ruïneren.” zo zegt hij in de krant De Tijd. “Het is wat anders als je alleen een celstraf en een boete krijgt en dan een heffing van de fiscus. Is het niet van het goede te veel om na zo’n verbeurdverklaring mensen ook nog eens belasten? Brengt dat het recht op eigendom niet in het gedrang? Dat moeten we voorleggen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.”