Pvc-profielenfabrikant Deceuninck boekte in de eerste zes maanden van het jaar een omzet van 338,7 miljoen euro, 2,6 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Vooral in de Verenigde Staten en Centraal-Europa deed het bedrijf goede zaken. Het beursgenoteerde bedrijf, voor 27 % in handen van Francis Van Eeckhout met de familie Deceuninck als minderheidsaandeelhouder in verspreide slagorde, start binnenkort een nieuwe zogenaamde ‘proeffabriek’ op in het Latijns -Amerikaanse Colombia. Wanneer dat lukt, komt er wellicht een definitieve, grotere versie.
Het bedrijf had in het eerste semester te lijden onder hogere grondstoffenprijzen en negatieve wisselkoerseffecten. Prijsverhogingen konden die effecten grotendeels compenseren. Het wegvallen van éénmalige projecten deed de netto winst terugvallen van 13 naar 8 miljoen euro. Terugvallende omzet in Europa, van 94 naar 91 miljoen euro, werd gecompenseerd door betere verkoop in de VS.
Deceuninck zoekt ook naar nieuwe buitenlandse markten. “In Chili hebben we twintig winkels, en in september openen we een fabriek in Colombia.”, zo zei Francis Deceuninck daarover in Trends. “Het vredesakkoord is er bevestigd, de FARC ontwapent, en veel geld dat naar Miami is gegaan, keert terug. Het wordt een bruggenhoofd voor Latijns-Amerika. In een eerste fase investeren we er 4 à 5 miljoen euro. Na enkele jaren kunnen we dan naar een definitieve vestiging gaan, en investeren we er allicht 20 miljoen euro. Ook het Verre Oosten moeten we bekijken. De bevolking in landen als Indonesië, Vietnam en de Filipijnen krijgt heel wat koopkracht.”
