PAL-V: Nederlands verkooptalent haalt het (voorlopig) met vliegende auto

Hij wordt nu voorgesteld op de autoshow van Genève: de PAL-V, de eerste vliegende auto. Het zijn de Nederlanders die er als eerste in slagen een vliegende auto voor te stellen die ook al wordt geproduceerd en dus kan worden gekocht. De race naar de vliegende auto is niet voor kleine spelers: Airbus, Daimler, Uber, Toyota, Volvo, Tesla… allen werken ze aan de vliegende auto. En wellicht denken sommigen: haast en spoed is zelden goed. Dus wachten ze nog even voor ze naar buiten komen. Zo niet bij de Nederlanders.



“Tot en met 2020 zijn we uitverkocht”, zegt topman Robert Dingemanse van PAL-V over de Nederlandse vliegende auto die momenteel in productie gaat. De eerste leveringen staan gepland voor eind 2018. De eerste serie geproduceerde vliegende wagens gaat van de hand aan 500.000 euro per stuk. De reguliere tweepersoons Liberty-versie gaat ongeveer 300.000 euro kosten en moet vanaf 2020 leverbaar zijn.

De Nederlands zijn niet alleen in de race naar de eerste vliegende wagen. En ze hebben nog wel wat beperkingen te overwinnen. Zo moeten ze nog een aantal veiligheidscertificaten binnenhalen. De chauffeurs moeten ook een vliegbrevet hebben, dat zou kunnen worden gehaald mits 35 lessen. En vooral, opstijgen en dalen vergt een baan van om en bij 200 meter.

Dat laatste punt is belangrijk. Veel fabrikanten zoeken naar de ontwikkeling van een zogenaamde VTOL, wat staat voor Vertical Take-Off and Landing, vliegtuigen die verticaal kunnen opstijgen en landen. En, de PAL-V vliegt op benzine, concurrenten zoeken naar elektrische motoren. PAL-V wordt gefinancierd door Nederlandse investeerders, gesteund door de Nederlandse staat. Het is nog afwachten om te zien of het Nederlands opportunisme het hier haalt of niet. Maar dat de vliegende auto er komt, dat staat vast.