De familie Van Roey moet één van de oudste familiebedrijven in Vlaanderen zijn. Alles begon in 1740 wanneer de schrijnwerker Andres Van Rooij werken uitvoerde aan de kerk in Brecht. Sedertdien volgden negen generaties zijn voetsporen.
Toch is dat verhaal niet evident geweest. Eind van de vorige eeuw was de bouwgroep op sterven na dood. In 1989 kondigt Groep Van Roey de overname aan van het veel grotere maar noodlijdende Franki, ooit een bedrijf met een wereldreputatie voor funderingen. Met een omzet van 250 miljoen euro en 3.500 medewerkers is de nieuwe combinatie de derde grootste bouwgroep van het land. Topman Johan Demuynck, ook voorzitter van het Vlaams Economisch Verbond, wil er een ‘one billion dollar company’ van maken. Maar er volgen bijna tien jaar van ellende. Franki wordt niet gesaneerd en gaat in 1998 failliet. Van Roey likt zijn wonden. Het eigen vermogen van de groep is gedecimeerd van 17 tot 1,6 miljoen euro. Het kost zeven jaar tijd om er terug bovenop te raken.
In 2000 neemt Vic Van Roey namens de familiale aandeelhouders het heft opnieuw in handen. Franki had de groep 40 miljoen euro gekost. De groep gaat verder met twee bedrijven en 250 medewerkers. De omzet is teruggevallen tot 80 miljoen euro. Zeven jaar moet er worden geknokt om opnieuw financieel gezond te worden. Johan De Muynck verdwijnt uit het bedrijf en uit het Vlaamse bedrijfsleven. Ondanks de financiële crisis en de moeilijke bouwmarkt is de omzet sinds 2007 verdubbeld tot 266 miljoen euro. Het eigen vermogen groeide van 1,6 miljoen euro in 1998 tot 53 miljoen euro. Er werken 900 medewerkers.
De familiale aandeelhouders tellen drie grote takken met elk een vertegenwoordiger in de raad van bestuur: Jef (50%) en Peter (25%) Van Roey en Eric Kurris (25%). Ze behoren tot de achtste generatie.
