Het echte paleis van Fabiola

PalacioHet was slechts een detail in de Spaanse krant El Mundo, maar het ontsnapte niet aan de aandacht van royalty watcher Thierry Debels. Het prestigieuse Casa Palacio van de Spaanse architect Carlos María de Castro in de Madrileense wijk Almagro, gebouwd in 1864, was ooit eigendom van de Belgische koningin Fabiola. Ze erfde het pand van haar oom, de markies van Casa-Torres, Fernando de Aragón y Carrillo de Albornoz. De geschatte waarde van het paleis bedraagt ettelijke miljoenen. Het verhaal rakelt de Spaanse erfenis en het vermogen van Fabiola de Aragón terug op.



Wijlen koningin Fabiola is altijd sterk geweest in het opzetten van stichtingen die haar vermogen een veilig onderdak moesten bieden. Daarbij hield ze altijd haar erfenis in gedachten en dan vooral de successierechten op die erfenis. Blijkbaar waren die successierechten toch een gespreksonderwerp aan de dinertafel in het paleis van Laken. Het was journalist Rik van Cauwelaert die schreef dat de erfenis van koning Boudewijn 12 miljard Belgische frank bedroeg, of zo’n 300 miljoen euro, bij zijn overlijden in 1993 netjes geparkeerd op buitenlandse rekeningen. Kwestie van de Belgische fiscus niet op gedachten te brengen. Het is nooit bekend geworden hoeveel van die erfenis naar Fabiola is gegaan.

De Belgische erfgoederen van Fabiola zijn officieel ondergebracht in de vzw Hulpfonds van de koningin. Bedoeling is dat het fonds financieel armlastige landgenoten uit de nood helpt. Maar dat verhaal gaat voorbij aan de Spaanse en buitenlandse bezittingen van Fabiola. In 2012 richtte Fabiola nog het Fonds Pereos op, zodat haar erfgenamen 70 procent aan successierechten konden ontwijken. Na hevig protest werd dat fonds opgedoekt, maar er zijn nog andere stichtingen. Een jaar voor zijn dood in 1993 stopte koning Boudewijn de villa Fridhem in Opgrimbie met 130 hectare aanpalend bos in de Stichting Astrida. Op haar beurt parkeerde Fabiola in 2013 zo’n 2,5 miljoen euro in die stichting.

Fabiola de Mora y Aragón, met vier van haar broers en zussen en hun partners. Van links naar rechts, José María Ruiz de Bucesta en Maria da Luz de Mora y Aragón, markiezin van Saltes; Gonzalo de Mora y Aragón en zijn vrouw, Mercedes Narvaez Coello van Portugal, markiezin van Casa Riera; Fabiola de Mora y Aragón; Jaime de Silva Agrela en Ana Maria de Mora y Aragón, gravin van Salinas; en Alfonso Escrivá de Roma en Patiño María de las Nieves de Mora y Aragón, markiezin van Aguilar.

Fabiola had zes broers en zussen, nu goed voor 56 neven en nichten die allen uitkijken naar die erfenis. Fabiola zelf heeft steeds gezegd dat haar Spaanse familie wel degelijk zou delen in die erfenis. Vraag is hoe groot die erfenis is? In het boek ‘Fabiola en Franco’ van Anne Morelli is te lezen hoe de zeer vermogende familie van Fabiola alles in het werk stelt om haar uitgestrekte patrimonium onder het Franco regime te vrijwaren, iets waar ze ook grotendeels is in geslaagd. Hoeveel kwam daarvan bij Fabiola terecht?

De Spaanse pers kon al een soort inventaris opmaken van het vastgoed dat eigendom was van de Belgische koningin: het landgoed in Motril waar koning Boudewijn in 1993 overleed, een kantoorgebouw in Parijs, vier stukken grond in Guetaria, twee kantoorgebouwen in Madrid, een stuk grond in Pamplona en een landgoed in Aiguamúrcia (Tarragona). Daarbij komt nu ook de opbrengst van de verkoop van het Paleis van Carlos María de Castro in Madrid. Volgens Thierry Debels zijn al die Spaanse bezittingen ondergebracht in de Spaanse Fundacion Ineis die Fabiola oprichtte in 1999. Wat het fonds precies beheert en wat er na het overlijden van Fabiola mee is gebeurd, is niet bekend.

De erfenis van Fabiola roept opnieuw vragen op over de ontransparante financiering van het Belgische koningshuis

Het verhaal over de erfenis van Fabiola roept alvast ook vragen op over de niet-transparante financiering van het Belgische koningshuis. Na het overlijden van Boudewijn verdween Fabiola van het publieke terrein. Toch ontving ze de 15 laatste jaren van haar leven tot aan haar dood nog 25 miljoen euro aan dotaties. Niemand weet hoe groot haar vermogen was en niemand weet hoeveel daarvan is beland in de vzw Hulpfonds van de koningin. Het fonds wordt beheerd door generaal Noël De Bruyne, één van de sterke mannen in Laken. Als intendant van de Civiele Lijst gaat hij over alle geldzaken van het paleis. De Bruyne is één van de weinige mensen in wie Filip vertrouwen heeft, zo wil het de pers. De koning kijkt dus discreet mee over de schouder van De Bruyne naar wat zijn echtgenote Mathilde uitspookt met de middelen van het fonds. Koningin Mathilde mag dat geld gebruiken om personen in nood een cheque van 200 euro te geven en ze kan er sociale projecten mee ondersteunen.