De Luikse financier Guy Paquot laat niets aan het toeval over, zeker niet wanneer het gaat om de familiale verankering van zijn beursgenoteerde holding Compagnie de Bois Sauvage. Sleutelholding bij die controle over Bois Sauvage voor Guy Paquot is de commanditaire vennootschap Fingaren. Paquot laat nu statutair verankeren dat enkel afstammelingen in rechte lijn van zijn vader, ook Guy Paquot genoemd, commanditaire aandeelhouders kunnen worden van Fingaren. De familie staat voor een vermogen van 231 miljoen euro, goed voor de 66ste plaats op de ranglijst.
Om die familiale verankering te realiseren, wijzigt Paquot de statuten van Fingaren. Enkel rechtelijn erfgenamen van Guy Paquot grootvader kunnen nog bestuurder worden van Fingaren. Wat ook kan, is een vennootschap die bestuurder wordt op voorwaarde dat die in handen is van diezelfde erfgenamen. De algemene vergadering behoudt haar algemeen recht om uitzonderingen op deze regel goed te keuren.
Grootvader Paquot was jurist bij de Banque Nagelmackers, een oude investeringsbank verankerd in Franstalige industriële kringen. Het was grootvader Paquot die midden de vorige eeuw samen met enkele partners 14.000 dollar op tafel legde om de holding Chemins de Fer en Chine te kopen, de voorloper van Cie de Bois Sauvage. Grootvader Paquot had 2 zonen en 2 dochters. Samen hebben die hem 15 kleinkinderen opgeleverd. Zij zijn dus de enige rechthebbenden op de controle over Compagnie de Bois Sauvage.
Zoon Guy Paquot had vroeger al problemen met zijn doorgedreven controle op de holding. In 2011 verlieten twee bestuurders de holding met slaande deuren, het ging om voorzitter Michel Delloye en bestuurder Jean-Claude Daoust, de voormalige voorzitter van de werkgeversfederatie Verbond van Belgische Ondernemingen. Vooral het vertrek van Delloye sloeg toen in als een bom. Delloye, geroemd om zijn imponerend netwerk in de Belgische haute finance, was nog geen jaar daarvoor door Paquot als nieuwe voorzitter aangetrokken. Een persoonlijk geschil met Paquot lag aan de basis van zijn vertrek.
