“We geloven niet echt in veel media aandacht. We zijn nieuw in de sector. Het beste dat je dan kan doen, is stil zitten en hard werken.” Aan het woord is Wim Deblauwe, gedelegeerd bestuurder van Robur Capital, een nieuwe investeringsmaatschappij, gericht op KMO’s en met duidelijke wortels in West-Vlaanderen. Na twee kapitaalrondes beschikt de groep over 10 miljoen euro kapitaal. Dit jaar moet een eerste dossier worden afgerond. Robur Capital vermijdt daarbij al te ingewikkelde bedrijven maar mikt op herkenbaarheid, met aandeelhouders die allen actieve ondernemers zijn.
Wim Deblauwe startte zijn carrière in 1997 bij ING en Nagelmackers in retail en private banking. Vijf jaar later stapte hij over naar de industrie. Van 2002 tot 2010 bekleedde hij diverse senior managementfuncties bij Xeikon en Punch International, waar hij ten slotte ook CEO werd. Van 2011 tot 2015 werkte hij bij Betafence, waarvan drie jaar als vicepresident Noord-Europa en lid van het directiecomité.
In januari 2016 startte hij Robur Capital op. Twee belangrijke investeerders daarbij waren Peter Caset, CEO van Soetaert, specialist in funderingen die vorig jaar werd verkocht aan De Nul, en Johan Verhelst van de gelijknamige bouwgroep uit Oostende. Later kwam daar ook nog Koen Brutsaert bij, gekend van CID Line Invest.
Zo goed als alle 20 aandeelhouders van Robur Capital, genoemd naar de zomereik, zijn afkomstig uit West-Vlaanderen. “Dat is geen doelstelling, zegt Deblauwe, gewoon een gevolg van ons netwerk dat sterk in West-Vlaanderen is verankerd.” Robur Capital mikt op KMO’s met een operationele cash flow van 0,5 tot 2 miljoen euro. Het is een open end fonds maar wel met duidelijk afspraken over mogelijke exits. “We investeren enkel in die markten waarvan we de dynamiek en het competitieve landschap kennen en begrijpen. En daarom dus niet in de biotechsector en de hightechindustrie.” aldus Deblauwe. “Ik merk ook dat we als ondernemer soms meer vertrouwen wekken dan als pure financier.” Wanneer het eerste dossier wordt afgerond, moeten we ons niet verwachten aan grote persmededelingen. “We communiceren in eerste instantie enkel binnen ons netwerk.”
