De Luxemburgse projectontwikkelaar en ondernemer Robert Schintgen moest er 10 jaar op wachten, maar nu is het zover. In Aarlen, in het uiterste zuiden van het land, wordt hard gewerkt aan de bouw van een golfterrein van 18 holes, een golf academie, een 4 sterren hotel met 64 kamers en een restaurant goed voor 150 couverts. Dat alles op een terrein van 227 hectare met centraal het kasteel van Bois d’Arlon. Robert Schintgen kocht de site in twee bewegingen in 2011 en 2013, samen goed voor een investering van 5 miljoen euro. Schintgen bouwde zijn fortuin op eerst in de metaalindustrie met het bedrijf Sermelux, later in vastgoed in het groothertogdom. Met zijn Luxemburgse holding L’Eco-Invest is hij met zijn familie goed voor een vermogen van 96 miljoen euro.
Vastberadenheid, tijd en geld. Het zijn drie dingen die eigen zijn aan Robert Schintgen. Het domein Bois d’Arlon heeft een hele geschiedenis achter de rug. Het kasteel werd destijds gebouwd als jachtpaviljoen door een directeur van de Luxemburgse staalreus Arbed. In 2011 werd het opgekocht door RS Porperties, het bedrijf van Schintgen. Die had onmiddellijk de droom op de site een golfterrein uit te bouwen. Maar eerst moest hij nog twee jaar wachten vooraleer hij de aanpalende gronden van 190 hectare kon opkopen. Daarna was het 10 jaar werken en wachten op de nodige vergunningen, ondanks veel lokaal verzet, om de golfsite te kunnen uitbouwen. De vzw Observatoire de l’Environnement noemde het project een ‘ecologische ramp’ met gebrekkig waterbeheer, gevaar voor stikstofmeststoffen en bedreigde natuurlijke habitats. Schintgen zelf noemt het een pure écogolf. Slechts 20 % van het terrein wordt omgebouwd. Op de site worden duizenden bomen opnieuw aangeplant.
Concrete cijfers over de volledige omvang van de investering zijn er niet. “Als we de eerste vijf jaar break-even halen, is dat al heel wat. Eerlijk gezegd, als mijn ambitie alleen winstgevendheid was, dan zou ik me een heel mooi appartementsgebouw aan de Boulevard Royal in Luxemburg veroorloven, voor veel minder geld.” zo citeerde de lokale pers Robert Schintgen.
