Wanneer u ooit in Brussel van de Kruidtuin richting parlement gaat, moet u halverwege de Koningsstraat eens goed kijken aan de rechterkant naar één van Brussels mooiste gebouwen. Pal aan de Congreskolom staat het zogenaamde Leverhouse, een pareltje van eclectische architectuur. Het pand staat echter al jaren te verkommeren. Oorzaak: de inertie bij de Franstalige politieke wereld. Daar lijkt nu verandering in te komen. De Fédération Bruxelles-Wallonie zoekt een koper voor een aantal van haar gebouwen, waaronder het Leverhouse. Het gebouw kan dan in private handen eindelijk zijn vroegere glorie terug vinden.
In Brussel discussiëren de politici van de Franstalige gemeenschap, de Fédération Bruxelles-Wallonie, al 20 jaar over de eindbestemming van een aantal gebouwen. Probleem is dat ooit, lang geleden, beslist werd dat elke administratie zelf het beheer aanhoudt van haar gebouwen. Sedertdien is geen ééngemaakt beleid meer mogelijk en worden tal van beslissingen geblokkeerd door lokale administratieve baroniën.
Eén van die gebouwen is het Leverhouse aan de Brusselse Congreskolom. Daar huist nu de Franstalige Industriële Hogeschool. Terwijl iedereen het er al jaren over eens is dat dit gebouw niet geschikt is voor een onderwijsfunctie. Dus staat het te verkommeren. Daar moet nu verandering in komen. De campus krijgt een nieuw onderkomen op het Mediapark aan de Reyerssite die verbouwd wordt.
De bevoegde ministers Marie-Martine Schyns (cdH) en André Flahaut (PS) zijn het daar blijkbaar over eens. De komende maanden moeten zowel het gebouw in de Koningsstraat als die aan de Naamse Poort een nieuwe eigenaar krijgen. Het Leverhouse dateert van 1852 en werd ontworpen door de architecten Poelaert en Cluysenaar. De laatste is onder meer bekend voor zijn eclectische bouwstijl, de eerste tekende ook de plannen voor het Brusselse Justitiepaleis, in zijn tijd het grootste overdekte gebouw van Europa. Ook een aantal andere historische gebouwen binnen de Brusselse vijfhoek worden te koop gesteld.
