Anderlecht begraaft Eurostadion

Als Ghelamco het Eurostadion wil neerzetten, dan is dat zijn zaak. Niet die van Anderlecht. We verschillen fundamenteel van visie op het vlak van supporters- beleving, kijkcomfort, exploitatiemogelijkheden, mobiliteit en parking. Het is heel eenvoudig: als je dertig jaar gaat samenleven, moet je dat ook willen. Bevinden we ons vandaag in dat stadium? Forget it.” Met deze harde analyse boort Jo Van Biesbroeck, sterke man van RSC Anderlecht, het project Eurostadion de grond in. Wanneer trekt Paul Gheysens, eigenaar man van Ghelamco, zijn conclusies?



Van Biesbroeck ventileert zijn gedachten in gesprek met de krant de Tijd. “Ik probeer dit dossier zo zuiver mogelijk te houden, zegt hij. We zijn de klant en Ghelamco is de bouwheer. We hebben de plannen en het project grondig bekeken en onze conclusie is: ruim onvoldoende.” Hij ziet daarbij geen juridische bezwaren. “ ‘We hebben gewacht tot Ghelamco het MER-dossier en de milieu- en bouwvergunningsaanvraag indiende. Wat er nu ligt, staat vast. En die plannen zijn voor ons ruim onvoldoende.”

De ambitie van Anderlecht is duidelijk. “Wij willen een stadion dat, zeker wat die punten betreft, tot de beste van Europa behoort. Dat wil zeggen dat de fans zo dicht mogelijk tegen de spelers moeten zitten: dus geen afstand tussen het grasveld en de kijktribune. Ook de exploitatie van het gebouw moet perfect zijn, en dat is niet het geval. Het Eurostadion is een gigantisch gebouw op een klein lapje grond: een multifunctioneel complex waarin voetbal slechts bijzaak is.”

Van Biesbroeck maakte carrière bij de biergigant AB Inbev, maar hij ontkent dat hij de bij Anderlecht de zetbaas is van Alexandre Vandamme, aandeelhouder van AB Inbev en van Anderlecht en meteen ook de Rijkste Belg. “Ach, er wordt daarover zoveel verteld. Alexandre Van Damme heeft net hetzelfde belang als Roger Vanden Stock, Herman Van Holsbeeck of Jo Van Biesbroeck: dat is garanderen dat we dé referentie blijven van het Belgische eersteklassevoetbal voor de komende twintig jaar, niet alleen sportief maar ook daarbuiten. We willen ook in Europa een referentie zijn, bijvoorbeeld inzake jeugdwerking. Dat is de weg die we willen bewandelen. Er is in de raad van bestuur een ongelooflijke eensgezindheid daarover.”