Karel Anthonissen legt tijdbom onder fiscale regularisatie

bbiBBI-topman Karel Anthonissen heeft bij alle parketten in België klacht ingediend tegen 61.546 dossiers van fiscale regularisatie waarbij het vermoeden bestaat dat er zwart geld werd witgewassen. In totaal kan daarbij 36 miljard euro zijn witgewassen. Waarover gaat het? Wie sedert 2004 gebruik maakte van de mogelijkheid tot fiscale regularisatie gaf daarbij doorgaans slechts zijn of haar zwarte inkomsten aan uit de voorbije zeven jaar. Langer kan de fiscus immers niet teruggaan in het verleden. Het historisch kapitaal ouder dan 7 jaar en bron van die inkomsten werd daarbij niet aangegeven maar werd wel mee gerepatrieerd naar België. Waar de fiscus maar 7 jaar kan terugkeren, kan het parket echter verder gaan. Het is precies tussen die deur van het parket dat Anthonissen nu zijn voet zet om ze open te houden.



De klacht van Anthonissen vertrok vorige week al, maar lekte pas nu uit in de krant De Tijd. De brief ging naar het federaal parket en naar de parketten van Antwerpen, Brussel, Halle-Vilvoorde, Leuven, Oost- en West-Vlaanderen, Limburg, Eupen, Henegouwen, Luxemburg, Luik en Waals-Brabant. De afzender is de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) van Gent, de ondertekenaar is BBI-directeur Karel Anthonissen.

De regularisatiedossiers werden afgehandeld door het zogenaamde Contactpunt Regularisaties. Deze dienst van de FOD Financiën heeft daarbij geen onderzoek gedaan naar de herkomst of het bestaan van de historische kapitalen en heeft dus enkel de aangegeven inkomsten belast. Niet omdat de dienst dat niet wou doen, enkel omdat er te weinig mankracht was om alle dossiers op die manier uit te spitten.

Het is ondenkbaar dat de parketten nu wel al die dossiers gaan aanpakken. Ook daar ontbreekt de mankracht. Maar met zijn tapijtbombardement worden alle dossiers theoretisch opgehouden voor verder onderzoek. Anthonissen boekte eerder al succes in de strafzaak tegen de broers Dejager van de West-Vlaamse textielgroep Osta Carpets. Dankzij gegevens die bij de Liechtensteinse LGT Bank waren gelekt, ontdekte het gerecht dat de broers maar een deel van hun zwart geld hadden geregulariseerd. Het Gentse hof van beroep legde hen een celstraf op van dertig maanden, een boete van 600.000 euro en bovenal, hun vermogen van 50 miljoen euro werd volledig verbeurd verklaard. De broers hebben intussen cassatieberoep aangetekend.