Maurice Brenninkmeijer over familiaal nazi-verleden: “Ik wou dat het anders was geweest”

C & A hoofdzetelDe familie Brenninkmeijer, eigenaar van de groep C&A en één van de rijkste Europese families, profiteerde van de onteigening van joods vastgoed in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. De familie liet werk uitvoeren door joden in het getto van de Poolse stad Lódz en in Berlijn werkte ze met Russische dwangarbeiders. In zijn eerste interview ooit aan de Duitse krant Die Zeit noemt C&A bestuursvoorzitter Maurice Brenninkmeijer de rol van zijn familie in nazi-Duitsland ‘ongehoord en shockerend’. In het interview praat hij ook over de katholieke aard van zijn familie en haar merkwaardige onvriendelijke houding tegenover vrouwen.



In 2011 werd in Duitsland een kritische tentoonstelling opgezet over de geschiedenis van de familie Brenninkmeijer in nazi-Duitsland. De familie vroeg daarop zelf aan professor Mark Spoerer, verbonden aan de universiteit van Regensburg, om die geschiedenis in kaart te brengen. Dat resulteerde in een boek dat deze week verschijnt.

C&A advOver de motieven van zijn voorouders zegt de 55-jarige Maurice Brenninkmeijer in Die Zeit: “Ik denk dat het opportunisme was. Ik vermoed dat mijn verwanten uitsluitend waren gericht op het bedrijf en daarbij al onze waarden uit het oog hebben verloren en ethisch foute beslissingen hebben genomen. Het is een blijk van zoveel harteloosheid.” Hij wou dat het anders was geweest. Tegelijkertijd ziet hij geen aanleiding om zijn voorouders als overtuigde nazi’s te bestempelen. “Ook in het boek staat nergens dat ook maar één familielid zich op een of andere manier positief heeft geuit over de nazi-ideologie.”

Van alle resultaten uit het onderzoek werd de in Zwitserland wonende bestuursvoorzitter het meest geraakt door de zogenaamde “Arisierungen”, het onteigenen van joods vastgoed en joodse winkels. “De verhalen over het lot van sommige families vind ik verschrikkelijk. Maar de bevindingen over Russische dwangarbeiders laten net zo goed niemand koud.” Nieuw was voor hem ook de relatie tussen C&A en het getto in Lódz. “Ook dat is pijnlijk.”

Katholiek en anti-vrouw

In het interview geeft Maurice, kleinzoon van oud-bestuursvoorzitter Ludger Brenninkmeijer, ook een inkijkje in het functioneren van het familiebedrijf. C&A telt op dit moment slechts 68 aandeelhouders, die alleen mede-eigenaar mochten worden omdat ze een managementfunctie binnen C&A bekleden. Alleen kinderen van deze aandeelhouders komen in aanmerking voor een topfunctie binnen het bedrijf en voor het bijbehorende, tienjarige trainingsprogramma. Wie stopt als manager, moet zijn aandelen verkopen aan de in Zug gevestigde holding Cofra. Aandelen kunnen ook niet worden doorgegeven aan kinderen of kleinkinderen. Alleen zo, verklaart Maurice Brenninkmeijer, kan het familiebedrijf van generatie op generatie overleven. “Zo zorgen we ervoor dat de groep eigenaren op één lijn zit en dezelfde waarden en intenties heeft.”

Clemens en August Brenninkmeijer
De broers Clemens en August Brenninkmeijer. Hun voornamen vormen het merk C & A.

Voorwaarde om manager te kunnen worden is dat het familielid in kwestie katholiek is. Tot nu toe is er slechts één vrouwelijke aandeelhouder. Dat is het resultaat van het besluit pas ver in de jaren negentig om vrouwen toe te staan in leidinggevende functies. Volgens Brenninkmeijer werd daardoor massaal veel talent verspild. Wie in het management van de groep wil treden moet een opleiding volgen. “We evalueren op basis van de voornaam, niet van de achternaam.” zegt de C&A voorzitter.

De familie Brenninkmeijer is verankerd in Nederland, Duitsland en Zwitserland. In Nederland is ze met een vermogen van 22 miljard euro de rijkste familie.