18,75 euro. Dat is het bedrag dat de gemiddelde toeschouwer van de Ronde van Vlaanderen vandaag uitgeeft. De Ronde is daarmee goed voor een omzet van 15 miljoen euro, een al bij al indrukwekkend getal. Maar dat geld blijft grotendeels achter in de lokale horeca en bij de middenstand. Veel minder evident is het voor Flanders Classics, de vennootschap in handen van Wouter Vandenhaute en eigenaar van de koers. De Ronde van Vlaanderen is groot in Vlaanderen maar klein daar buiten. TV-rechten zijn minimaal. Groot pijnpunt blijft het gratis kijken van de toeschouwers. Alhoewel daar misschien verandering in komt. Een analyse van de 101ste Ronde van Vlaanderen in harde cijfers.
Het parcours
800.000 toeschouwers worden er verwacht op het parcours van 260,8 kilometer. Voorlopig kijken die nog allemaal gratis naar de koers. Geld vragen voor een plaats langs het parcours is zoiets als vloeken in de kerk. Toch ziet het er naar uit dat daar de komende jaren mee zal worden geëxperimenteerd. De idee leeft om bepaalde spectaculaire delen van de koers af te sluiten en betalend te maken. De Muur is daar een mooi voorbeeld van.
Eén van de pijnpunten daarbij is dat steden en gemeenten nu betalen om de koers op hun grondgebied te krijgen. Geraardsbergen bijvoorbeeld betaalt 50.000 euro om de Muur in het parcours te krijgen. Een aardige tovertruuk van Wouter Vandenhaute en zijn team, een spektakel inlassen en er ook nog eens worden voor betaald. De kans is klein dat Geraardsbergen dat geld nog op tafel zal leggen wanneer Flanders Classics de Muur betalend zou maken. Aan 10 euro per persoon heb je 5.000 toeschouwers nodig op de Muur om de inkomsten van de stad te compenseren. Een onhaalbare kaart.
Antwerpen betaalt de komende 5 jaar telkens 400.000 euro om de start van de Ronde te krijgen. Wellicht doet de havenstad de beste investering van alle steden en gemeenten. De return voor de horeca maar vooral de visibiliteit is aanzienlijk. Oudenaarde betaalt nu nog 180.000 euro voor de aankomst maar vanaf volgend jaar ook 400.000. De visibiliteit is echter kleiner dan de start. Sint-Niklaas, Hamme, Berlare, Aalst, Erpe-Mere, Herzele en Zottegem leggen elk 30.000 tot 50.000 euro op tafel om de Ronde te ontvangen. Merk op, het zijn allen Oost-Vlaamse gemeenten, tot ergernis van een groeiend aantal West-Vlamingen dat de Ronde ook al zag vertrekken uit Brugge, definitief vetrekken betekent dat.
Langs het parcours staan de supporters die roepen “De Ronde is van ons”. De vraag is hoe de organisatoren die stelling kunnen ombuigen in een winstgevende format.
VIP’s
Een alternatief voor betalend kijken vind Flanders Classics in de VIP business. Traiteurs en horeca uitbaters betalen aan Flanders Classics om een tent te mogen plaatsen op bepaalde cruciale plaatsen op het parcours. Ze slijten de zitjes in hun tenten op hun beurt aan bedrijven die gasten uitnodigen voor het ontbijt of de lunch. De prijs per persoon kan variëren van 100 euro voor een ontbijt aan de start tot 4.000 euro voor een diner met een plaatsje in de volgw agen.
Het feit dat de Muur een tijdlang uit het parcours verdween is mee te verklaren door een geschil omtrent het plaatsen van VIP-tenten, zo zeggen insiders. Nu is dat conflict van de baan, letterlijk. Het is ook geen toeval dat de renners drie keer over de Oude Kwaremont rijden en langs de VIP-tenten op die helling.
Sponsors en TV-rechten
De Ronde heeft twee grote sponsors: Proximus en KBC. Die zijn samen goed voor een bedrag van 1,5 miljoen euro. Cruciaal daarbij is dat de koers volledig in beeld wordt gebracht door de openbare omroep. Zonder TV geen sponsoring. De VRT maakt daar handig gebruik van om geen tv-rechten te betalen aan Flanders Classics. Die mogen al blij zijn dat de koers op televisie komt, zo klinkt het. Ook al slaagt de VRT er in haar eigen private ronde te organiseren en die dan te verkopen als “slow television”.
In het buitenland is de belangstelling voor de Ron de van Vlaanderen gering. Enkel sportzenders zijn bereid beperkte bedragen te betalen voor samenvattingen.
