De Nederlandse biergigant Heineken, na AB Inbev de tweede grootste brouwer wereldwijd, keert zichzelf een dividend uit van 1 miljard euro. Dat geld komt uit België en wel uit Puurs. Daar immers ligt de Mouterij Albert. Dat is niet enkel een belangrijke productie eenheid van Heineken, sedert 2006 is dat ook de interne bank van de brouwer. Maar die rol is nu uitgespeeld. Heineken repatrieert zijn financiële buffer terug naar Nederland. De overgedragen winst op de balans van Mouterij Albert, goed voor 1,019 miljard euro, wordt uitgekeerd als dividend.
Eén van de aantrekkingspunten van België voor buitenlandse bedrijven was de notionele interestaftrek. Heineken speelde daar op in door Mouterij Albert uit te bouwen als interne bank die alle interne leningen voor haar rekening nam. Letterlijk voor haar rekening. Zo bouwde de vennootschap een eigen vermogen op van 4,4 miljard euro. Met de notionele interestaftrek leverde dat tot 70 miljoen euro korting op de groepswinst. De lage rente en de afgebouwde notionele interestaftrek maken een einde aan die strategie. Ook het kapitaal van de Mouterij Albert keerde terug naar Nederland. Het bedrijf gaat nu gewoon verder als industriële mouterij met een kapitaal van 1 miljoen euro.
