De havenondernemer Fernand Huts, eigenaar van Katoen Natie, is boos en verwittigt federaal minister van Financiën Jan Jambon in een opmerkelijke open brief. Aanleiding vormt een Whatsapp-bericht die Huts ontving op woensdag 4 juni van de Tijd-journalist Lars Bové. Daarin vraagt de journalist om een reactie op een dossier over een fiscaal interpretatiegeschil tussen Katoen Natie en de Bijzondere Belastinginspectie (BBI). “Tot onze verbazing bleek de journalist over vertrouwelijke informatie te beschikken die uitsluitend afkomstig kan zijn van de fiscale administratie.”, aldus Fernand Huts. “De schriftelijke conclusies van Katoen Natie worden pas op 6 juni neergelegd. De verspreiding van dit dossier naar de media gebeurt dus nog vóór de verdediging volledig gekend is, wat de procedure ernstig ondermijnt en de rechtspraak voor wil zijn.” Nog volgens Fernand Huts raakt dit gegeven, dat een journalist over een vertrouwelijk fiscaal dossier beschikt dat enkel afkomstig kan zijn van de BBI, nog voor de verdediging is ingediend, aan de fundamenten van onze rechtsstaat: discretie, onpartijdigheid en het recht op een eerlijke procedure. “De betrokken bedrijven van Katoen Natie worden publiekelijk geviseerd op basis van een eenzijdig, onvolledig en gelekt dossier. Zulke praktijken creëren een sfeer van intimidatie in plaats van overleg, en zetten gerechtelijke procedures onder druk via de media. Wat hier gebeurt, is niet alleen een aanval op één ondernemingsgroep – het is een signaal dat de fiscale cultuur structureel ontspoord is.” Tijd voor terugkeer naar een fiscale administratie die weer functioneert als civil service – niet als publieke aanklager, zo besluit Huts.
Bij deze de integrale open brief van Fernand Huts aan minister Jan Jambon.
Open brief van Fernand Huts aan de minister van Financiën Jan Jambon
Vrijdag 6 juni 2025
Vertrouwelijk fiscaal dossier gelekt: ernstig precedent vernietigt de rechtszekerheid en ondergraaft deontologie
Op woensdag 4 juni ontving onze organisatie een Whatsapp-bericht van Lars Bové van De Tijd (de krant voor ondernemers en zelfstandigen), met de vraag om een reactie op een dossier over een fiscaal interpretatiegeschil tussen Katoen Natie en de Bijzondere Belastinginspectie (BBI). Tot onze verbazing bleek de journalist over vertrouwelijke informatie te beschikken die uitsluitend afkomstig kan zijn van de fiscale administratie. Hij schreef letterlijk: ‘Ik ken de inhoud van het dossier.’ Dat dossier in kwestie betreft een meningsverschil over de toepassing van de Europese moeder-dochterrichtlijn, een technische aangelegenheid die momenteel aanhangig is bij de rechtbank. De schriftelijke conclusies van Katoen Natie worden pas op 6 juni neergelegd. De verspreiding van dit dossier naar de media gebeurt dus nog vóór de verdediging volledig gekend is, wat de procedure ernstig ondermijnt en de rechtspraak voor wil zijn.
Lek is geen incident, maar structureel signaal
De informatie waarover de journalist beschikt, kan enkel via de BBI zijn verkregen. Dat ambtenaren binnen de fiscale administratie gevoelige dossiers doorspelen naar de media, zonder wederhoor of context, vormt een ernstige inbreuk op het principe van vertrouwelijkheid. Dit is geen formeel lek – dit is een vorm van mediaframing als drukmiddel, bedoeld om de publieke opinie en de rechterlijke besluitvorming te beïnvloeden. Het roept niet alleen vragen op over individuele beroepsethiek, maar over een bredere institutionele cultuur waarin reputatieschade bewust wordt ingezet als instrument.
Van overleg naar angst: fiscale sfeer is fundamenteel veranderd
De manier waarop dit dossier naar buiten komt, is illustratief voor wat veel belastingplichtige burgers, ondernemers, raadgevers en consultants vandaag signaleren: de fiscale cultuur is fundamenteel veranderd. Waar er vroeger overleg mogelijk was over interpretatie, heerst nu steeds vaker een sfeer van onzekerheid, willekeur en zelfs intimidatie. Discussie of nuance wordt niet meer gezocht. De
fiscale dialoog heeft plaatsgemaakt voor unilaterale actie, vaak zonder overleg of proportionaliteit. Hoewel veel ambtenaren hun taak nog steeds correct en integer uitvoeren, is er een groeiend aantal gevallen waarin burgers en bedrijven een fiscale administratie tegenover zich vinden die optreedt als aanklager in plaats van als civil service. De fiscale administratie wil geen oplossing en heeft liever dat het dossier naar de rechtbank gaat. Vandaar het stijgende aantal litiges.
Politieke erkenning in het regeerakkoord 2025–2029
Deze evolutie is intussen ook politiek onderkend. In het Federaal Regeerakkoord 2025–2029 wordt herhaaldelijk verwezen naar de noodzaak om de relatie tussen belastingplichtige en fiscus te hervormen. De omvang van de maatregelen die daarin worden voorgesteld – op het vlak van fiscaliteit, cultuur, transparantie, innovatieklimaat en rechtszekerheid – toont aan dat de regering zeer grote bezorgdheid koestert over het functioneren van de fiscale administratie. Wat vandaag met Katoen Natie gebeurt, illustreert op schrijnende wijze waarom die hervormingen broodnodig zijn. En waarom de toepassing van het regeerakkoord geen toekomstvisie mag blijven, maar een dringend actiepunt moet worden.
Besluit: een gevaarlijk precedent
Dat een journalist over een vertrouwelijk fiscaal dossier beschikt dat enkel afkomstig kan zijn van de BBI, nog voor de verdediging is ingediend, is geen fait divers. Het raakt aan de fundamenten van onze rechtsstaat: discretie, onpartijdigheid en het recht op een eerlijke procedure. De betrokken bedrijven van Katoen Natie worden publiekelijk geviseerd op basis van een eenzijdig, onvolledig en gelekt dossier. Zulke praktijken creëren een sfeer van intimidatie in plaats van overleg, en zetten gerechtelijke procedures onder druk via de media. Wat hier gebeurt, is niet alleen een aanval op één ondernemingsgroep – het is een signaal dat de fiscale cultuur structureel ontspoord is. De politieke bezorgdheid daarover werd al expliciet verwoord in het federale regeerakkoord. Maar zolang lekken en reputatieschade als strategie worden ingezet, blijft die hervormingswil theorie en zal het ondernemingsklimaat verzanden en ten onder gaan. Het is tijd voor toepassing. Tijd voor terugkeer naar een fiscale administratie die weer functioneert als civil service – niet als publieke aanklager. Wie het fiscale hoofdstuk van het Regeerakkoord doorneemt, merkt hoe duidelijk de beleidsambitie is. Wij delen die visie volledig en hopen op een snelle uitvoering.
‘Het is niet het juridische geschil dat ons zorgen baart, wel de manier waarop met belastingplichtigen wordt omgegaan. Vandaag zijn wij het – morgen zeker anderen.’
Fernand Huts
Voorzitter Katoen Natie International SA
____________________________________________________________________________________________________________________
De Tijd schrijft het volgende:
(citaat De Tijd)
“De Bijzondere Belastinginspectie viseert een constructie waarmee Fernand Huts voor honderden miljoenen euro’s aan dividenden vanuit ons land volledig onbelast heeft verschoven naar zijn trust in het belastingparadijs Jersey. Alleen al voor de Antwerpse nv Katoen Natie loopt de belastingclaim in de zaak op tot meer dan 66 miljoen euro.
Nooit eerder verscheen The Amiral Trust in de Belgische pers. Ook als u die naam googelt, had u er – tot vandaag – niets over teruggevonden. Het is dan ook een stichting in het belastingparadijs Jersey, een van de Kanaaleilanden op 22 kilometer voor de Franse kust, en voor zo’n trust gelden daar strikte vertrouwelijkheidsregels. In het online bedrijvenregister van Jersey valt er niets over te bespeuren.
The Amiral Trust bestaat alleen op papier en wordt in alle discretie beheerd door een gespecialiseerd bedrijf, Imperium Trust, dat een kantoor heeft op de eerste verdieping van een klein gebouwtje in Saint Helier, de hoofdstad van Jersey. Op de website van die beheerder worden alvast de belastingvoordelen van zulke trusts in de verf gezet: ze kunnen worden gebruikt om ‘vermogen te beschermen tegen vermogenswinstbelasting, inkomstenbelasting en erfbelasting’.
Nu blijkt de bekende Vlaamse zakenman Fernand Huts (74) zijn internationale logistieke reus, de Katoen Natie Group, volledig in handen te hebben via The Amiral Trust. En er blijkt een miljoenenconstructie mee gemoeid te zijn die de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) al onderzocht en ook aanvecht. Op 15 oktober dit jaar zal de trust op Jersey het gespreksonderwerp zijn in de rechtszaal in Antwerpen, wanneer de advocaten van de nv Katoen Natie en nog andere Belgische bedrijven van Huts’ groep zullen pleiten tegen de miljoenenclaims van de BBI.
‘Louter fiscaal geïnspireerd’
De Tijd verzamelde allerlei documenten en gegevens over wat de BBI bestempelt als een ‘duidelijk georkestreerde constructie binnen de Katoen Natie-groep’ om Belgische winsten zonder belastingen door te sluizen naar The Amiral Trust.”
(Einde citaat De Tijd)
