Fernand Huts is voorzitter van Katoen Natie, zijn echtgenote Karine bekleedt de functie van ondervoorzitter. KTN is van een Antwerpse goederenbehandelaar uitgegroeid tot een wereldwijd actieve groep die zich toelegt op logistieke oplossingen. Op die manier overstijgt KTN het gewone lossen en laden van goederen en creëert het bedrijf meer toegevoegde waarde.
In 2005 groepeerde Huts al zijn activiteiten in de Luxemburgse KN Holding. Dat verklaart mee de fameuze sprong in zijn opgebouwd vermogen. De hele havenproblematiek is een openbaar debat waar Huts zich soms op een eigenwijze manier in profileert. Zo laat hij zijn mening bijwijlen kennen via open brieven die als advertenties in de pers worden geplaatst.
Huts werd in 1995 verkozen als VLD-volksvertegenwoordiger nadat hij de Antwerpse lijst had getrokken. Volgens de krant de Tijd viel de ondernemer daarbij vooral op door zijn afwezigheid in de Kamer. In 1999 stond zijn echtgenote op een VLD-strijdplaats voor de Senaat. Ze haalde het niet. Het echtpaar Huts is ondertussen ook actief als vastgoedinvesteerder in de regio Antwerpen.
In 2011 ging ‘3500 jaar textielkunst’ van start, daarmee openden Fernand en Karine Huts een permanente tentoonstelling met hun collectie archeologische weefsels en artefacten. Vijf zalen van het Antwerpse headquARTers van Katoen Natie lieten ze verbouwen door architect Paul Robbrecht.
Dat Fernand Huts een grote verzamelaar en kunstfilantroop is, was al bekend. Huts en zijn vrouw Karine zijn de mecenas van Wim Delvoye. Ze verzamelen ook al decennia archeologisch textiel. Een deel van ’s werelds grootste complete tunicacollectie was al sinds 2004 te zien in het Antwerpse hoofdkwartier van Katoen Natie. Nu stelt Huts vijf zalen met 600 archeologische vondsten, zowel antieke weefsels, glaswerk, sculpturen als boeken, permanent open voor het grote publiek. ‘Mochten tien bedrijven of topzakenlui doen wat ik doe, dan wordt Antwerpen een wereldstad op het vlak van zijn kunstpatrimonium. Die zakenlui lopen hier rond, maar ze houden hun collecties achter slot en grendel’, zo verklaarde Fernand Huts ooit.
In 2013 ontstond er een groot sociaal conflict tussen de vakbonden en de directie van Katoen Natie. Volgens de havenvakbonden gebruikte Katoen Natie bedienden voor de uitvoering van logistieke activiteiten, iets waarvoor volgens de bonden volgens de zogenaamde “wet Major” enkel havenarbeiders kunnen worden ingezet. Uiteindelijk werd een klacht ingediend bij Europa tegen de Wet Major. Europa heeft België nu aangemaand de Wet Major aan te passen. Dit proces is momenteel nog hangende.
Ondanks alle strubbelingen werd de Antwerpse logistieke groep in 2014 bekroond tot ‘Onderneming van het jaar’. Volgens juryvoorzitter Graaf Paul Buysse won het bedrijf de prijs, omdat het uitmuntendheid, professionalisme, klantvriendelijkheid en sociale relaties hoog in het vaandel draagt.
In 2015 verraste Katoennatie vriend en vijand door het bedrijf Indaver over te kopen voor het pikante bedrag van 416 miljoen euro. Huts haalde het in de overnamestrijd van grote namen zoals het Franse Suez, sterk via zijn milieudivisie Environnement, de private-equityspeler Waterland, die onlangs fors cashte bij de verkoop van Omega Pharma en die eigenaar is van de Nederlandse afvalverwerker Attero, de Chinese groep Fosun, eigenaar van ClubMed, en het Zweedse investeringsfonds EQT van de Wallenbergs. Volgens Huts is de aankoop van het Mechelse Indaver, dat gespecialiseerd is in de verwerking van gevaarlijk en huishoudafval, logischer dan men op het eerste gezicht zou denken. ‘Ze doen allebei in logistiek en opslag – de ene in cargo, de andere in afval – ze zijn actief in engineering en semi-industriële activiteiten en ze hebben voor een groot deel dezelfde industriële klanten, vooral in de chemie. Bovendien spelen ze allebei internationaal en hebben ze beide een Vlaamse management dat elkaar al jaren kent. Dat vergemakkelijkt het zakendoen.’ aldus Huts in de krant de Tijd. Volgens Huts is Katoen Natie geëvolueerd van een puur havenbedrijf over logistieker tot een groep van ’toegepaste ingenieurskunde’, net als Indaver.