De biergigant AB Inbev verlaagt het kapitaal van haar dochter Cobrew met 10,9 miljard euro tot 1,3 miljard. Tegelijkertijd worden er 5,5 miljard euro uitgiftepremies afgeboekt. Cobrew is de zogenaamde “interne bank” van AB Inbev, het coördinatiecentrum van de multinational dat ook met een fors eigen vermogen werd ingezet voor de notionele interestaftrek. De multinational bouwt die Belgische financiering nu af. Daarmee verschuift een deel macht van AB Inbev weg uit België. Een woordvoerder van de groep ontkent die laatste analyse en zegt dat deze operatie geen operationele impact heeft op de activiteiten van de groep in België. De beslissing om Cobrew af te bouwen zou voortvloeien uit de overname van SAB Miller. AB Inbev wordt gecontroleerd door de Rijkste Belgische families de Spoelberch, de Mévius en Vandamme. 16 miljard is gelijk aan 4 procent van het Belgisch bruto nationaal product
De overname van SAB Miller heeft een aantal financieringslijnen bij AB Inbev hertekend. Een woordvoerder van het bedrijf stelt dat het gaat om een puur interne operatie zonder operationele gevolgen. Duidelijk is wel dat AB Inbev daarmee een belangrijk deel van zijn beslissingsmacht, 16 miljard euro, verschuift binnen de groep. Cobrew was dank zij zijn sterk eigen vermogen een sleutelelement in het gebruik van de notionele investeringsaftrek van de AB Inbev. Zoals bekend werden die fiscale voordelen door de federale regering voor een belangrijk deel afgebouwd. Met de huidige operatie wordt het eigen vermogen van Cobrew afgebouwd van 22 miljard euro naar iets meer dan 5 miljard euro. Het financieringscentrum van AB Inbev wordt daarmee weggehaald uit Leuven.
Om u een idee te geven: 16 miljard is gelijk aan 4 procent van het Belgisch bruto nationaal product. Dat laatste is dan weer de waarde van alle goederen en diensten die in dit land jaarlijks worden geproduceerd.
