De omschakeling naar elektrisch aangedreven wagens is wellicht één van de grootste ‘game changers’ in onze economie. De familie D’Ieteren is een pionier in de aanpassing naar deze veranderende omgeving. D’Ieteren was decennia lang marktleider in België met de invoer van Volkswagen-Audi. De voorbije jaren schakelde de groep een versnelling hoger. Zowel in diversificatie met de aankoop van het designmerk Moleskine. Maar ook inzake mobiliteit met de omschakeling naar fietsen. Nu dicht de groep de brug tussen wagens en fietsen met de Microlino. Deze lichtgewicht elektrische stadswagen is 2,5 meter groot (of klein) en wordt via een klassiek stopcontact in vier uur tijd opgeladen. Hij zal online gekocht kunnen worden en kost in zijn basisversie net geen 15.000 euro.
De cijfers zijn duidelijk. Stadsmensen en pendelaars laten hun klassieke auto meer en meer ongebruikt langs de weg staan. Bijna 90% van de tijd staat de auto stil en de bezettingsgraad bedraagt niet meer dan 1,2 personen. De meeste wagens zijn vandaag de dag vaak te groot voor de manier waarop we ze dagelijks gebruiken. De Microlino moet daar volgens D’Ieteren het beste antwoord op bieden. Het originele design van de kleine wagen sluit aan bij het het nieuwe chic van de jonge stadsbewoner.
De kleine wagen is milieuvriendelijker en neemt minder plaats in dan een auto en is tegelijk comfortabeler dan een tweewieler. Hij heeft een nominale capaciteit van 12,5 kW, een kofferinhoud van 230 liter, wat marketing gewijs handig overeenkomt met het volume van drie pakken waterflessen, en een rijbereik dat varieert tussen 90 en 230 kilometer. De kleine stadsauto wordt gebouwd in Turijn, Italië, en wordt ingevoerd door D’Ieteren.
De verkoop van het merk zal online gebeuren, zoals dat ook steeds vaker het geval is in de evenementen-, winkel- en reissector of bij gedeelde en geconnecteerde mobiliteit. De Microlino wordt voorgesteld op het Autosalon van Brussel in januari volgend jaar. De basisprijs van de ministadsauto bedraagt 14.900 euro. De eerste showroom voor België zal worden gevestigd in de gebouwen van de hoofdzetel van D’Ieteren in Elsene.
