Fabrice Brion, van opleiding ingenieur, richtte het bedrijf I-Care op in 2004 samen met zijn vriend Arnaud Stiévenart. Dat bedrijf, met hoofdzetel in de Henegouwse provinciehoofdplaats Bergen, wordt omschreven als ‘machinedokter’, gespecialiseerd in het voorspellen van defecten in machines en industriële installaties. Hun basisproduct luistert naar de naam ‘capteur’, een klein apparaat dat op industriële machines wordt geplaatst en de trillingen van die machines opvolgt. I-care ontwikkelt software en protocollen om draadloos gegevens door de sturen, de organisatie van de big data via AI en het beheer van de datageschiedenis voor bedrijven die hun industriële machines door I-care-sensoren laten monitoren. Grote industriële bedrijven hanteren nu een jaarlijks onderhoud voor hun machines. Dergelijk onderhoud kost het bedrijf meestal veel meer tijd dan rationaal nodig is. Met I-Care kan meer dan 90 procent van de industriële storingen worden vermijden en wordt de tijd dat machines stilstaan met 10 tot 20 procent verminderd. De onderhoudskosten dalen daardoor met 35 procent. Wereldwijd passen slechts 10 procent van de bedrijven dergelijk anticiperend onderhoud toe. En dat voor gemiddeld slechts bij minder dan 10 procent van hun machinepark. In 2017 zette I-Care een belangrijke stap met de overname van zijn Vlaamse concurrent ARG Europe, het voormalige Emerson Process Management, de onderneming waar Fabrice Brion ooit stage liep.
I-care wil tegen 2028 wereldmarktleider zijn in het voorspellen van defecten in machines en industriële installaties. Een beursgang moet de groei ondersteunen en versnellen. I-care installeerde sensoren bij 2.000 bedrijven wereldwijd. In 2020 volgde de bekroning als Franstalige Onderneming van het Jaar. Fabrice Brion werd drie jaar later kandidaat voor de titel “Manager van het jaar”. In 2022 haalde het bedrijf 40 miljoen euro kapitaal op. Dat geld kwam van bestaande en nieuwe aandeelhouders, waaronder de Waalse bank CPH, de familie Lippens (Finasucre) en het nieuwe Waalse fonds Amerigo. Brion en Stiévenart hebben met 71 % de meerderheid in handen. Dat geld moet onder meer dienen voor overnames. De markt zal consolideren, zo verwacht Fabrice Brion die zijn concurrenten wil opkopen.
