Het vleesverwerkend bedrijf Ter Beke ging oorspronkelijk van start als een kleine ambachtelijke producent van salamiworst. Daniël Coopman, wiens vader in 1948 Ter Beke opstartte, realiseert de eerste overname in 1972. In datzelfde jaar start de uitvoer naar Nederland. In 1980 neemt Luc De Bruyckere de leiding van het bedrijf over. Hij zal Ter Beke in versneld tempo professionaliseren. In 1986 wordt het bedrijf geïntroduceerd op de Brusselse beurs. Geen sinecure gezien Ter Beke actief is in een sector waar nogal wat zwart geld in omgaat. De introductie op de beurs laat toe versneld te groeien via overnames van andere bedrijven. De Bruyckere vertrekt bij Ter Beke wordt voorzitter van Voka en verkoopt in 2014 zijn laatste aandelen in ter Beke. Twee jaar eerder werd Louis Verbeke de nieuwe voorzitter van Ter Beke.
In 1994 beslist Ter Beke naast vleeswaren ook bereide gerechten te gaan maken. Ter Beke neemt de meerderheid in Vamos, de marktleider in koelverse lasagne. Later worden ook de merken l’Ardennaise, Les Nutons, Pronto en Heku overgenomen. Maar in 1999 slaat de dioxinecrisis hard toe. Als grote uitvoerder van Belgische vleeswaren incasseert Ter Beke zware klappen. Luc Debruyckere schat het verlies voor zijn bedrijf op 10 miljoen euro. Ook in 2013 kende het bedrijf een terugval, dit werd toegeschreven aan het paardenvleesschandaal dat in verschillende Europese landen uitbrak. Daardoor draaide voornamelijk de divisie van bereide maaltijden zwaar verlies. Maar deze pijnlijke bladzijde lijkt wel omgeslagen te zijn, want voor het jaar 2014 boekte het bedrijf opnieuw winst. Ook opende Ter Beke een nieuwe fabriek voor bereide gerechten in Polen.
Momenteel heeft Ter Beke twee divisies. In de afdeling vleeswaren worden huismerken van de warenhuisketens gemaakt, evenals eigen merken als L’Ardennaise en Daniël Coopman. De divisie heeft vijf productievestigingen in ons land: Wommelgem, Waarschoot, Marche-en-Famenne, Herstal en Ruiselede. Verder zijn er nog vijf centra voor versnijding en verpakking, waaronder die in Wommelgem en Veurne. Deze eerste divisie stelt 1050 mensen te werk. De tweede divisie is die van de bereide maaltijden. Hier heeft Ter Beke twee productie-eenheden in België, in Wanze en Marche-en-Famenne, één in het Franse Alby-sur-Chéran en dus ook eentje in Polen met een totale tewerkstelling van 750 mensen. Naast de distributiemerken worden hier ook de producten gemaakt die onder de logo’s Come a casa, Pronto en Vamos worden verdeeld. Ter Beke is onder meer Europees marktleider in verse lasagne.
Eind 2017 overleed Daniël Coopman op 80-jarige leeftijd. Twee jaar later werd het bedrijf getroffen door een listeriabesmetting die werd ontdekt in vleeswaren van het filiaal Offerman. Drie mensen stierven door de bacterie en één vrouw kreeg een miskraam. Op de beurs kreeg Ter Beke een klap van 23 procent. In 2023 slaagde Ter Beke er niet in haar concurrent Imperial over te nemen. Het bedrijf had toen zijn naam wel al veranderd in ‘What’s cooking?’
Daniël Coopman had vijf kinderen. De oudste dochter Ann overleed in 2019 wanneer ze burgemeester was van Waasmunster. In totaal zijn er al een twintigtal kleinkinderen en achterkleinkinderen. In de lente van 2024 maakte de familie bekend dat ze een koper zoekt voor haar afdeling “hartig beleg”. Die charcuterie afdeling sluit aan bij de opstart van het bedrijf als salami producent en was in 2023 goed voor 464 miljoen euro omzet. Dat is meer dan de afdeling bereide maaltijden van het bedrijf die staat voor 369 miljoen euro omzet. Maar de winstcijfers van de charcuterie afdeling zijn alvast een stuk minder hartig en liggen een stuk lager dan die bij de bereide gerechten.