Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog ging Bernard Van Hool van start met de productie van bussen. Na verloop van tijd kwamen zijn acht zonen mee in het bedrijf werken. Nu is Van Hool in zijn specifiek marktsegment uitgegroeid tot een ware multinational die concurreert met grote namen zoals Daimler Crysler, MAN, Iveco en Volvo.
Een aantal industriële keuzes heeft Van Hool groot gemaakt. Zo probeerde het bedrijf vanaf het begin oplossingen op maat te maken voor de klant. Grote series waren uit den boze. Flexibiliteit was een kenmerk, wat trouwens op tijd en stond zorgde voor sociale spanningen tussen de directie en de arbeiders. Van Hool koos er verder voor om naast lijnbussen, die doorgaans door de overheid worden besteld, ook reisbussen te bouwen. Met die ‘coaches’ werden trouwens opmerkelijke verkoopsuccessen geboekt in de Verenigde Staten. Daarnaast produceert de groep ook containers, opleggers en aanhangwagens.
Van Hool is van oudsher een bedrijf met een familiaal karakter. Dat impliceert dat het bedrijf naast commerciële communicatie geen enkele strategische mededeling doet. Het bedrijf worstelt al jaren met zijn familiale opvolging. Doorheen de jaren stapten vijf van de tien familiale takken uit het bedrijf, een uitkoopoperatie die de nodige financiële inspanningen vergde. Het hier opgegeven vermogen heeft betrekking op 4 van de 5 broers resterende broers in het bedrijf. Frank Van Hool is afzonderlijk terug te vinden in deze lijst.
Ondertussen moet Van Hool ook optornen tegen de concurrentie uit de lagelonenlanden. Delocalisatie loert dan ook voortdurend om de hoek. Volgens de busbouwer zijn er in België geen groeimogelijkheden meer. Zo werd beslist om een nieuwe fabriek te bouwen in de Verenigde Staten, waar 300 lagekostbussen geproduceerd zouden worden. Enkele maanden later werd bekend dat de nieuwe fabriek niet in de VS maar in Macedonië zou worden ingeplant. De loonkosten liggen dan ook 80 procent hoger in België dan in Macedonië. Dat nieuws werd in het bedrijf meteen gevolgd door een spontane staking.
In 2015 werd bekend gemaakt dat de busbouwer uit Lier de leiding krijgt over het Europese project 3Emotion. Met het project wil Europa de ontwikkeling van waterstofbussen stimuleren. De komende vijf jaar zullen 21 nieuwe waterstofbussen gebouwd worden voor Antwerpen, Londen, Rome, Rotterdam en Cherbourg. Het project zal ook 55 nieuwe voltijdse banen opleveren. Drie jaar later, in 2018, wordt dan toch beslist ook in de VS een eigen productie eenheid op te zetten.
2020 wordt een belangrijk kanteljaar voor het bedrijf en de familie. Blijkt dat de Lierse bussenbouwer in handen is van 18 familiale aandeelhouders verspreid over vijf takken van de familie Van Hool. Zij controleren het bedrijf samen via de familiale holding Immoroc. Die laatste moet contractueel eind 2020 45 miljoen euro uitbetalen aan die 18 aandeelhouders. Maar de coronacrisis zorgt er voor dat dat geld er niet is. Van Hool CEO Filip Van Hool wil dat de terugbetaling met vijf jaar wordt verschoven naar 2025. Maar 5 van de 18 aandeelhouders zijn daar niet mee akkoord. Het akkoord van alle aandeelhouders is nodig om de betaling uit te stellen. Komt er geen akkoord dan dreigt het bedrijf in vereffening te moeten gaan. Filip Van Hool zegt dat hij ultiem voor de rechtbank zijn gelijk kan halen om de betaling uit te stellen. De banken kijken argwanend toe. Samen hebben die nog 147 miljoen euro schulden uitstaan bij het bedrijf dat in België meer dan 3.000 mensen te werk stelt.
Begin 2024 komt Van Hool in zwaar weer terecht. Er wordt een crisismanager aangesteld en die beslist de productie van stadsbussen in België stop te zetten en over te hevelen naar Macedonië.