Acht jaar terug overleed de West-Vlaamse textiel industrieel Roger De Clerck is op 91-jarige leeftijd. De Clerck, ook gekend als “boer Clerck”, leed al jaren aan Alzheimer. Met “boer Clerck” verdween een symbool van een generatie hardwerkende, niets ontziende na-oorlogse ondernemers.
Als zoon van een welstellende hereboer uit het ontiegelijke Westvlaamse dorpje Wielsbeke beseft Roger De Clerck al zeer snel dat zijn roeping niet in de harde vlasteelt ligt. Het oogsten van de vlasstengels, het roten in water en breken tot vezels, spreekt hem niet echt aan. Met meer fascinatie kijkt hij naar de thuiswevers uit zijn geburen, mensen die al hun spaarcenten investeren in een zware machine die ze in hun stal zetten en waar ze dag in dag uit achter staan, terwijl de spoelen heen en weer slaan. ‘We moeten in de textiel gaan, want in vlas is er geen toekomst meer, vertelt de jonge Roger De Clerck, als boer verdien je misschien twee keer geld per jaar, als je geluk hebt. Textiel loopt elke dag.’ Meteen is het begin van een mythe geboren. Boer Clerck wordt industrieel Clerck. De omschrijving boer zal hij blijven meedragen, initieel vanuit de welstellende Franstalige bourgeoisie die neerkijkt op de jonge ondernemer, later vanwege zijn brutale optreden,
ondersteund door een consequent dialectisch taalgebruik. Roger De Clerck is 34 wanneer hij zijn eerste weefgetouwen koopt. Hij is gehuwd met Anne-Marie Hanssens, een dochter
uit een welstellende familie koffiebranders die het merk ‘Grootmoeders Koffie’ op de markt brengen. Ze is doordrongen van de koopmansgeest. Het is zij die Paul Delbaere wegkoopt bij de ook al Westvlaamse producent van textielmachines Van de Wiele uit Marke. Delbaere was daar zowat hoofdingenieur. Anne-Marie Hanssens ziet dat haar echtgenoot nood heeft aan een technieker. Delbaere wordt de linkerhand van boer Clerck, de jonge Noël Demeulenaere, latere burgemeester van Wielsbeke, zal uitgroeien tot de onmisbare maar harde rechterhand van de industrieel.
Roger De Clerck is een welbespraakt man maar hij schuwt de openbaarheid, en vooral de media. Demeulenaere daarentegen is een man van veel woorden, zij het in korte krachtige zinnen gegoten die hij op in snel tempo op zijn toehoorders afvuurt. Vanaf zijn eerste jaren als ondernemer ging Roger de Clerck zich nauw verstrengelen met de politiek, meer bepaald met de CVP. Eén van de christen-democratische voortrekkers in de naoorlogse tijd was Albert, Berten, De Clerck, neef van Roger De Clerck en vader van de gewezen CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck. Van 1961 tot 1965 was Berten De Clerck minister van middenstand. Wanneer Roger De Clerck in die periode in Duitsland een groot lot machines gaat kopen, slaagt hij erin via Berten De Clerck zijn eerste subsidie los te krijgen, prototypesteun voor industriële innovaties.
Dit interen op de staat, zal De Clerck blijven kenmerken. Elke investering die hij doorvoert, koppelt hij aan staatssteun. Waar zijn concurrenten de volle pot moeten betalen, probeert boer Clerck zijn financieringslasten afwentelen op de staat. Dat was in de jaren ’60 zo met de aankoop van machines, dat is enkele jaren later zo bij de overname van het failliete Fabelta in Zwijnaarde en de holglasgroep Verlipack. Wanneer Parijs Noord-Frankrijk ontdekt als noodregio en fors gaat subsidiëren, is boer Clerck er onmiddellijk bij om er nieuwe fabrieken in te planten. Op het moment dat West-Duitsland via de Treuhandanstalt miljarden Duitse mark naar het Oosten pompt, springt boer Clerck als een duivel uit een doosje. ‘We gaan onze wilde expansiedrang nu in het oosten botvieren.’ zegt zijn directeur Noël Demeulenaere.
Boer Clerck mag dan conservatief-katholiek zijn, als ondernemer is hij puur liberaal: tegen de staat en tegen elke vorm van belastingen. Conform die gedachte zal hij ook nooit veel belastingen betalen. Ondertussen aarzelt hij niet om uit de staatsruif te eten. Wanneer hij in 1987 een polyprop fabriek wil bouwen, gaat hij eerst op zoek naar gronden in Antwerpen. In een brief aan de havendirectie zegt hij: de gronden krijgen we voor niets, dat is duidelijk, maar hoeveel krijgen we daar nog bovenop? Die stijl zijn ze in Antwerpen niet gewoon. We onderhandelen met iedereen, maar niet met boeren, luidt het antwoord. De chemische fabriek zal er komen, maar wel in Duinkerke. Ondertussen loopt zijn tapijtenbedrijf Beaulieu wel meer en meer in de kijker van de
overheid en van de belastingdiensten. Eind de jaren ’80 rondt het parket een eerste onderzoek af tegen Roger De Clerck. De man wordt er door het parket van beschuldigd valsheid in geschrifte en oplichting te hebben gepleegd gedurende de periode 1976 tot 1986. De Clerck wordt in dat dossier niet veroordeeld wegens zijn belangrijke positie als werkgever. Dat zet De Clerck er toe aan verder te gaan op de ingeslagen weg. Facturen van de groep Beaulieu worden meer en meer betaald via Luxemburg en Zwitserland. De toenmalige rijkswacht zet een speciale cel op die de handel en wandel van Roger De Clerck moet ontrafelen. Alle informatie die ze verzamelen wordt gedeeld met de belastingdiensten.
In 1991 beslist de toen 67-jarige Roger De Clerck zijn textielimperium te verdelen onder zijn zes kinderen. Het overlijden van zijn echtgenote speelde daarbij een niet onbelangrijke rol. De oudste zoon Jan krijgt de Domogroep, Luc de Berry-groep, Francis Idealtuft, Ann Beaulieu Kruishoutem en Dominiek Beaulieu Wielsbeke. Dochter Mieke, getrouwd met Carl Bouckaert, verwerft Beaulieu of America. Elk van de zes afgesplitste dochterbedrijven was op zichzelf economisch levensvatbaar. Beaulieu of America, dat op dat moment goed was voor de helft van de omzet, ontpopt zich in de VS als sponsor van de republikeinse partij. Het is dan ook geen toeval dat de gewezen republikeinse president George Bush senior te gast is op het feest voor de 75ste verjaardag van Roger in
Wielsbeke. Ook Michail Gorbatsjov en Margaret Thatcher zijn er. Meteen is het feest daarmee wereldnieuws. De overgang van het textielimperium Beaulieu naar de kinderen van Roger De Clerck
verloopt allesbehalve rimpelloos. Jan De Clerck, de oudste zoon, wordt opgepakt door het gerecht en verdwijnt samen met zijn echtgenote enkele dagen in de cel. Hij zal daarop een akkoord sluiten met de fiscus, een boete betalen en zich feitelijk afkeren van zijn familie. Wanneer hij uit de cel komt, wordt hij opgewacht door zijn vader die hem de huid vol scheldt. Jan De Clerck gaat alleen verder en bouwt de textieltak Domo uit tot een eigen multinational. Dat alles gebeurt in de schaduw van de zogenaamde “cel 42”, een groep experten bij de toenmalige rijkswacht die zich specifiek toelegt op het dossier van de familie De Clerck. De Cel 42 zal 2 miljoen pagina’s documenten naar boven brengen maar tot een echte rechtszaak zal het als gevolg van de verjaringstermijnen uitgelokt door de advocaten van de familie nooit komen.
Dominiek De Clerck volgt zijn oudste broer en treft in 2012 een minnelijke schikking van 25 miljoen euro met de fiscus. De rest van de familie lijkt het niet eens te geraken over de juridische kwalificaties van de schikking. Niet alleen drijft de schikking de familie uiteen, ze legt ook een hypotheek op de verdeling van het imperium van boer De Clerck. En dit nog voor zijn dood. Dominiek De Clerck voelde zich benadeeld bij de verdeling in 1991. Hij wenst een herverdeling en wil dit zelfs juridisch afdwingen. In 2009 dienen Jan en Dominiek De Clerck een strafklacht in tegen hun familieleden, omdat die Beaulieu-aandelen onder elkaar verdeelden zonder hun twee broers te kennen. De belaagde familieleden riskeren de verbeurdverklaring van een belangrijk aandelenpakket in de Beaulieugroep en meteen celstraffen voor witwassen. Om daaraan te ontsnappen zoeken ze nu een oplossing via een betaling van een minnelijke schikking binnen de zogenaamde ‘afkoopwet’. Die schikking komt er in 2016. De familie betaalt 112 miljoen euro belastingen. Jan De Clerck en zijn jongste broer Dominiek blijven buiten de regeling. Mieke De Clerck is ondertussen gescheiden en keert zich af van het bedrijf. Beaulieu of America gaat failliet. In 2021 keert het bedrijf Beaulieu een record dividend uit van 400 miljoen euro. Dat dividend werd uitbetaald aan vier takken van de familie: Francis De Clerck, Luc De Clerck, An De Clerck (gehuwd met Stefan Colle) en Dominiek De Clerck. Dat is meteen het sluitstuk van het fiscaal dispuut dat de familie decennia lang
heeft achtervolgd. De familie De Clerck bereikte daarover een akkoord met de fiscus waarvan geen financiële details zijn bekend gemaakt. Het hier vermelde vermogen heeft
dan ook enkel betrekking op Francis De Clerck, Luc De Clerck en het echtpaar An De Clerck en Stefan Colle. Jan De Clerck staat op zichzelf met een vermogen van 875 miljoen euro.