Familie Virginie Saverys [101]

Virginie Saverys

Vermogen € 276 338 000
Gekend als CMB en Euronav
Activiteit Scheepvaart en holdings
Inplanting Antwerpen
Tendens Dalend
Huidige positie 101


Marc, Nicolas en zus Virginie Saverys zijn de nazaten van Bernard Boel, de stichter van de scheepswerf in Temse. Met de familie Cigrang richtten de Boels de drogebulkrederij Bocimar (BOel, Cigrang, MARitime) en Exmar (zeevervoer van vloeibaar gas) op. De familie Cigrang stapte eruit. Marc Saverys werd gedelegeerd bestuurder van CMB, eigenaar van Bocimar. Zijn broer Nicolas Saverys van het in 2003 afgesplitste Exmar. Euronav, de gewezen tankerafdeling van CMB, werd in 2004 een beursgenoteerd bedrijf.

Na de fusie met Tanklog in 2005, een transactie van 1,1 miljard dollar, controleerde de Griekse familie Livanos 12 procent van de aandelen van Euronav. Maar in 2015 verkocht Livanos onverwachts die participatie. Korte tijd later stapte ook voorzitter Marc Saverys uit het bestuur van de groep. Via de holding Saverco blijft Marc Saverys wel aandeelhouder van Euronav voor bijna 14 procent. Zijn zus Virginie bezit 9 procent. Euronav is een van de grootste olietankerrederijen van de wereld. De vloot bestaat uit 39 schepen, waarvan 20 suezmax-schepen die door het Suezkanaal kunnen varen en 11 grotere schepen. Daarnaast bezat Viriginie Saverys 16 procent in de rederij CMB maar wanneer haar broer Marc dat bedrijf in 2015 van de beurs weg haalde, verkocht ook zij haar aandelen.

Virginie nam enkele jaren daarvoor al afstand van CMB, waar ze tot dan secretaris-generaal was. In 2008 werd ze meerderheidsaandeelhouder in het Toscaanse topdomein Avignonesi, een huis dat wereldwijd bekend staat als een van de beste producenten van Vino Nobile di Montepulciano en volgens menig liefhebber ook maker van een van de meest indrukwekkende Vin Santo’s in heel Italië: de dessertwijn onder de naam Occhio di Pernice. In 2007 werd ze al minderheidsaandeelhouder én lid van het managementcomité, toen ze 30 procent overkocht van de oudste broer Ettore Falvo, die het familiebedrijf toen verliet. ‘Ja, mijn familienaam was een obstakel’, zegt ze in een van haar schaarse interviews, toen ik als puber uitging, zeiden mijn medestudenten al te makkelijk: Virginie zal wel betalen, ze heeft centen. Daarom ben ik snel naar het buitenland verkast. In Parijs werd ik geapprecieerd voor wie ik was. Niemand kende me daar. Ik kon nog niet gegoogled worden. Ik heb het nodig gehad om van die naam afstand te nemen.’