
Het ziet er naar uit dat de de grootste brouwer ter wereld, het Belgisch-Braziliaanse AB Inbev, er langzaam in slaagt het bedrijf als een ware trage supertanker van koers te laten veranderen. In het derde kwartaal van dit jaar verkocht de multinational minder bier maar maakte hij wel meer winst. Dat kon door zijn producten waaronder het merk Stella Artois duurder in de markt te zetten. Meteen zet de groep ook de financiële sluizen een beetje open. Zo gaat AB Inbev voor 6 miljard euro eigen aandelen inkopen, waardoor de winst over minder aandeelhouders moet worden verdeeld, en keert het een interim dividend uit van bruto 0,15 euro per aandeel. Dat is goed nieuws voor de zowat 300 familiale Belgische referentie aandeelhouders van de groep. Die ontvangen samen 61 miljoen euro bruto dividend. 20 miljoen daarvan gaat richting de grootste individuele aandeelhouder van de groep Alexandre Van Damme, 18 miljoen gaat naar de familie de Spoelberch en 8 miljoen naar de familie de Mévius.
De groep AB Inbev ging de voorbije jaren gebukt onder de gevolgen van zware financiële schulden, een krimpende biermarkt wereldwijd en de gevolgen van de corona pandemie die de horeca markt plat legde. Die negatieve factoren lijken nu langzaam verteerd te worden. De cijfers zijn miniem maar misschien wel richting gevend. Stella Artois-brouwer AB InBev zag de verkoop wereldwijd in volume in het derde kwartaal met 3,7 procent dalen. Maar de winst steeg wel en harder dan gedacht. De bedrijfswinst steeg met 3,3 %, de omzet met 0,9 %. Dat kon door meer premium bier te promoten, waaronder het merk Stella. Maar ook indrukwekkend zijn de volumedalingen in Brazilië en China. Daar zag de groep haar verkochte volumes respectievelijk dalen met 7,9 procent en 11,3 procent.
Het is dus uitkijken hoe fundamenteel de cijfers zijn. In België staan de aandeelhoudersfamilies de Spoelberch en Van Damme, respectievelijk op de derde en tweede plaats in onze ranglijst. Hun controle op AB Inbev loopt over de Luxemburgse holding EPS. Die zag vorig jaar een aantal adellijke aandeelhouders opstappen, goed voor 14 % van zijn kapitaal. Het zou in eerste instantie gaan om aandeelhouders van de familie de Mévius, van oudsher de kleinste familiale aandeelhouder, maar ook om een aantal jongere aandeelhouders. Ze zijn gebonden aan een aantal verplichtingen en kunnen hun AB Inbev aandelen niet direct verkopen. Maar hun vertrek duidt er op dat het verhaal van de familiale aandeelhouders versleten is en de jongere generatie niet meer aanspreekt.
AB Inbev zelf zoekt ondertussen zijn weg in een wereld waar alcohol steeds minder evident is. Sport vormt daarbij een blijvend speerpunt. In de Verenigde Staten is AB Inbev met het merk Budweiser de belangrijkste sponsor van de Super Bowl, de finale in het Amerikaans voetbal. En vandaag werd bekend dat de bierbrouwer exclusieve onderhandelingen voert met de voetbalbond UEFA over een sponsorcontract rond de Champions League. Het contract is nu nog in handen van concurrent Heineken.
Die dreigt na dertig jaar naar alle waarschijnlijkheid zijn sponsorschap van de Champions League te verliezen. AB InBev wordt allicht de nieuwe sponsor van de voetbalcompetitie waarin de grootste Europese clubs het tegen elkaar opnemen. Het is de bedoeling dat de samenwerking in 2027 start en zes jaar duurt. Het sponsorschap zal gericht zijn op de mannencompetitie. AB InBev zal daarvoor 200 miljoen euro op tafel leggen. In september dit jaar kondigde AB InBev ook nog een belangrijke overeenkomst aan met de videostreamer Netflix, met nadruk op sport. Zo zal AB Inbev onder meer adverteren tijdens de kerstwedstrijden van de American football competitie. Er komt ook een nauwe samenwerking rond het WK voetbal voor vrouwen, dat ook op Netflix te zien zal zijn. En vorig jaar werd AB InBev de eerste alcoholproducent die hoofdsponsor werd van de Olympische Spelen. Het deed dat met Corona Cero, een alcoholvrij bier.