De wortels van Optima

ParisisIn de media wordt regelmatig verwezen naar de duistere oorsprong van de failliete Optima Bank, verankerd in structuren van oplichting van beleggers. Namen vallen zoals Parisis, Ascona, Europrime Capital… We zetten voor u de zaken op een rijtje en stellen met u vast dat er heel wat namen uit die voorgeschiedenis opduiken bij Optima.



Op 30 september 1986 krijgt de Gentse professor Eddy Wymeersch de opdracht een deskundigen verslag op te maken van het gerechtelijk onderzoek naar de broers Etienne en Antoine Parisis. Die worden ervan verdacht onbestaande gronden in de VS aan Belgische beleggers te hebben verkocht. Beide broers, die er in het Gentse een riante levensstijl op nahouden, worden opgepakt en in voorarrest opgesloten in de gevangenis. Ze zouden een 1.000-tal beleggers hebben opgelicht.

Centraal bij de broers staan er twee vennootschappen met dezelfde naam: Dalfo NV en Dalfo Ltd, de eerste gevestigd in het Nederlandse belastingparadijs Curaçao, de tweede in Panama. Via Dalfo belegden de broers Parisis geld van beleggers in vastgoed in Texas. Bedoeling was arbeiderswoningen te ontwikkelen met geld uit de groeiende Amerikaanse olie industrie. Het onderzoek van Wymeersch leert dat een deel van die gronden zeker bestonden, een deel was speculatief. Tegelijkertijd kende olie industrie een neerwaartse dip. Ook waren er problemen met de correcte juridische eigendomstitels in Texas.

Verder wordt geld belegd in twee Singaporese vennootschappen: Figure Oil Cy en French Rose Investments. Wymeersch stelt vast dat er minstens 690 miljoen Belgische frank tussen België en Luxemburg circuleert.

Rubens
Een prent van Rubens ter voorbereiding van het schilderij “Hercules vecht tegen de leeuw van Nimea”

Aan het eind is het Parisis-imperium een onoverzichtelijk kluwen geworden van al dan niet dubieuze geldtransacties en investeringen. Neem bijvoorbeeld de vennootschap Ho Wah Parts uit Hong Kong. Die bezit 45 % van de Japanse vennootschap Taguchi Arts. Die heeft dan weer voor 16 miljoen Belgische frank een schilderij van Rubens gekocht, “Hercules vecht tegen de leeuw van Nimea”. In Ho Wah zijn verschillende Belgische beleggers aktief die allen zijn verteld dat het schilderij van Rubens met reuzenwinst zal worden verkocht.

Wanneer de twee broers achter de tralies verdwijnen, stort het geheel zeer snel in elkaar. Hamvraag is wie met welke stukken patrimonium van de broers Parisis is gaan lopen. Het schilderij van Rubens bijvoorbeeld is niet meer boven water gekomen. De beleggers zijn in elk geval verliezende partij.

Wat gebeurt er in de slipstroom van het dossier Parisis? Eén van de partners van Parisis was de Gentse vastgoedmakelaar Bob Gillier. Die bracht gronden aan in Texas, betaald door een 700-tal Belgische beleggers. Gillier overlijdt in maart 1987. In mei 1987 wordt het bureau Ascona opgericht door vier medewerkers van Gillier waaronder Jeroen Piqueur, latere oprichter van Optima, en François Mombaerts, tot 2000 voorzitter van de Optima Group.

“Na de dood van Robert Gillier, bestond er een totaal vacuüm: er was geen duidelijke administratie van het beleggersbestand en er was geen enkele leiding meer voor de uitbouw van de projecten. Wij werden toen benaderd door talrijke beleggers, die in paniek waren geraakt.”, zegt iemand van Ascona aan de krant de Tijd in 1990.

Ascona investeert geld van beleggers in Europrime, een vastgoedvennootschap die genoteerd is op de aandelenbeurs van Vancouver. Europrime zou beleggen in dezelfde Texaanse gronden maar blijkt een zo goed als lege doos te zijn. De beleggers komen er opnieuw bekaaid van af. De krant De Tijd volgt het “cowboyverhaal Europrime” zeer kritisch op. “We moesten soms met haaien scheepgaan om haaien uit te schakelen.” zegt Marc Scholliers in september 1990 in de krant. Scholliers is één van de vier mede-oprichters van Ascona die later in onmin raakt met Piqueur. Scholliers is nu onder meer auteur van financiële thrillers.

In april 1991 valt het gerecht binnen bij Ascona, in december van datzelfde jaar wordt Ascona failliet verklaard. Het gerechtelijk onderzoek naar Ascona stevent af op verjaring. De vereffenaar van Ascona is Joseph Van Wemmel. Die wordt later commissaris bij Optima.

Jeroen Piqueur is sedert 1984 eigenaar van Tisaho of voluit Time Sharing Holidays, een omstreden formule waarbij rechten op vakantiewoningen verdeeld worden verkocht. Eind november 1992 wordt Tisaho vervroegd ontbonden. Vereffenaar is Frank Vincent, de latere voorzitter van Optima Global Invest en bestuurder van Optima Bank. Tisaho wordt in 1994 op bekentenis failliet verklaard. In datzelfde jaar 1994 wijzigt de vennootschap FMG Aktiebureau zijn naam in Optima. FMG Aktiebureau was drie jaar eerder opgericht door Jeroen Piqueur.

Eén van de drie curatoren van het faillissement van Parisis was Jos Mertens. De schoonbroer van Jos Mertens is Jan De Paepe. Die werkt als advocaat op het kantoor van Mertens en volgt het dossier Parisis. Later wordt De Paepe aandeelhouder van Optima en de rechterhand van Jeroen Piqueur.

Jeroen Piqueur heeft altijd benadrukt dat hij ter zake nooit is veroordeeld en dat hij geen enkele rol heeft gespeeld in de verschillende faillissementen.