Familie Boël likt zijn Deceuninck-wonden

De investeringsholding Sofina, in handen van de familie Boël, verkocht dit jaar 10 miljoen aandelen van de West-Vlaamse extrusiespecialist Deceuninck. De familie Boël slikt daarmee een serieus verlies door. 11 jaar terug betaalde Sofina 23 euro per Deceuninck aandeel. Nu bedraagt de koers van Deceuninck welgeteld 3 euro. De familie Boël beleefde met Deceuninck de ene conjuncturele tegenslag na de andere. Toch bleef ze het bedrijf relatief trouw. Onder de nieuwe hoofdaandeelhouder en CEO Francis Van Eeckhout zou het tij moeten keren. Maar daar heeft Sofina dus niet op gewacht. Van Eeckhout van zijn kant zegt dat hij geen aandelen van Sofina overkocht. Doet jij dat wel dan loopt hij het risico dat hij een globaal overnamebod op Deceuninck moet lanceren. Hij controleert nu bijna 30 % van het bedrijf.



Met de verkopen zag Sofina zijn participatie in Deceuninck terugvallen van 17,2 tot 9,9 procent. Het feit dat Sofina door de bodem van 10 % zakte, maakte dat Deceuninck daarvan melding moest maken. De familie Boël stabiliseerde in 2006 het bedrijf door een deel van de familieleden uit te kopen. Het bedrijf had in 2004 het Duitse Thyssen Polymer overgenomen en werd meteen wereldmarktleider in zijn niche, de productie van ramen en deuren in kunststof. Maar dat marktleiderschap kon niet worden verzilverd. Nog voor de kredietcrisis van 2008 toesloeg, zakte Deceuninck al in een moeras van negatieve cijfers.