Familie Jost in oog van sociale fraude storm – UPDATE: ook mensenhandel

De federale overheid verdenkt er het transportbedrijf Jost van in de periode 2014 tot 2016 1.100 Oost-Europese chauffeurs via nepstatuten in dienst te hebben gehad. De chauffeurs zouden officieel zijn ingeschreven in nepvennootschappen in Roemenië en Slovakije. In werkelijkheid reden ze voor rekening van de groep Jost. In totaal zou de Belgische sociale zekerheid op die manier 55 miljoen euro zijn mislopen.



Vanmorgen werden tientallen huiszoekingen uitgevoerd, hoofdzakelijk in Luxemburg en Wallonië, maar ook in Antwerpen. De familie Jost, eigenaar van het bedrijf, is in hoofdzaak verankerd in Wallonië. De transportgroep telt wereldwijd 2.300 personeelsleden en dat met 1.300 trekkers, 3.000 opleggers, 300.000m² opslag, een multimodaal opslagterrein in Luik en in de Antwerpse haven. Jost Group is aanwezig in 10 landen binnen Europa en de Magreb. De omzet is goed voor 270 miljoen euro.

De transportsector klaagt al jaren steen en been over de oneerlijke concurrentie met transportbedrijven uit Oost-Europa die goedkope chauffeurs kunnen inzetten en daarbij alle sociale regels met voeten treden.

UPDATE

De 20 huiszoekingen in het dossier Jost werden uitgevoerd door 80 leden van de federale gerechtelijke politie en 40 leden van de sociale en fiscale inspectiediensten. In totaal werden vier personen opgepakt, zo zegt het federaal parket. De vier worden verdacht van sociale fraude, mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. Volgens persberichten moesten de truckchauffeurs in zeer moeilijke omstandigheden werken. Ze kregen bijzonder lange werkdagen te verwerken en moesten 4 tot 6 weken in hun truck wonen en slapen. Volgens het federaal parket verantwoordt dat de aantijging van mensenhandel. Het bedrijf zelf ontkent alle aantijgingen.