Voormalig SP.a minister Luc Van den Bossche moest in januari 2015 opstappen als voorzitter van Optima Bank onder druk van de toezichthoudende Nationale Bank (NBB). Hij zou te weinig pro-actief gehandeld hebben en de Nationale Bank vond dat de bancaire kennis moest versterkt worden, zo verklaarde NBB-gouverneur Jan Smets voor de parlementaire onderzoekscommissie rond Optima. Van den Bossche stapte effectief op maar werd wel topman van de vastgoedgroep van Optima. Nog volgens Smets werden er door zijn personeel geen inbreuken tegen de anti-witwaswet gevonden. “Maar het was wel een issue dat met het oog daarop de interne regels versterkt dienden te worden.”
Volgens Smets was het niet de bedoeling om de Optima Bank failliet te laten gaan. De NBB stuurde wel aan op een geordende afwikkeling. Die beslissing was al in de herfst van 2014 genomen, en tegen 2016 was een groot deel van de krediet- en depositoportefeuille bij Optima ook afgebouwd.
“Normaal had dit proces tot een goed einde kunnen lopen, maar dit voorjaar hebben we dan onregelmatigheden ontdekt”, aldus Smets. Hij ging daarbij niet in detail maar verwees naar het confidentieel dossier dat de Kamerleden kunnen inkijken. “Die onregelmatigheden hebben geleid tot een vertrouwensbreuk en hebben ons doen besluiten om een speciale commissaris aan te stellen.” Op 31 mei heeft de Nationale Bank het parket in Gent ingelicht over de onregelmatigheden. “Het betrof een kennisgeving, geen klacht.”
Ook onder het bewind van de speciale commissaris was het de bedoeling om voort te doen met de geordende afwikkeling, maar berichten in de media over problemen bij Optima Bank zorgden voor onrust. Om een bankrun te vermijden, werden alle tegoeden bevroren. Toen de commissaris ook nog eens vaststelde dat het bewijs over het engagement van de hoofdaandeelhouder Jeroen Piqueur over een achtergestelde lening van 10,8 miljoen euro ontbrak, is de stekker eruit getrokken. “Het is de raad van bestuur van Optima die dit heeft beslist.”, beklemtoonde de gouverneur.
