Over Elon Musk, Belgische technocraten en ‘het primaat van de politiek’

Elon Musk in 2022 op bezoek bij toenmalig premier Alexander De Croo. (Foto: Belga Images)

De publieke opinie ligt vooral wakker van het anarchistische publieke gedrag van Elon Musk, de rijkste mens ter wereld, meer dan van zijn ondernemerscapaciteiten. Het is om wille van die laatste kwaliteit dat hij nu deel uitmaakt van het zakelijke ‘dreamteam’ dat Donald Trump heeft samengesteld. Dat team telt zeven miljonairs, zeven technocraten dus, mensen die van buiten de politiek, doorgaans vanuit de financiële of ondernemerswereld, vanwege hun expertise worden aangetrokken in politiek publieke functies. De financiële analist Barron’s maakte een historische analyse van de vele technocraten-miljonairs die dienden onder Amerikaanse presidenten. In België lijkt de politieke wereld niet rijp te zijn om macht te delegeren en op die manier verandering af te dwingen. Hier heerst nog ‘het primaat van de politiek’.

Er waren meer mannen nodig die in de landbouw waren opgeleid, meer technische mensen, meer mannen die verstand hadden van zaken doen en van de praktijken van handel en commercie.” zo verklaarde Warren G. Harding in 1920 nadat hij was gekozen als president om een natie te leiden die wankelde van oorlog, epidemieën en recessie. Harding koos zijn eigen industriële dreamteam, waaronder bankier Andrew Mellon en ingenieur Herbert Hoover. Ze leiden het land door de ‘Roaring Twenties’, de Crash van 1929 en de Grote Depressie, een decennium van hoogte- en dieptepunten die de natie schokten.



De bankier en ondernemer Andrew Mellon zou Amerikaanse minister van Financiën blijven van 1921 tot 1932 en dienen onder drie presidenten: Warren G. Harding, Calvin Coolidge en Herbert Hoover. Hij werd geroemd om zijn streng financieel beleid en schuldenafbouw. Al die tijd bezat Mellon industriële aandelen en werd hij geconfronteerd met talrijke beschuldigingen van belangenvermenging. Als oprichter van het bedrijf Alcoa controleerde hij onder meer de aluminiummarkt. In 1932 werd een procedure tegen hem opgestart om hem in staat van beschuldiging te stellen. De republikein Wright Patman beschuldigde hem ervan “dat hij twee meesters diende: zichzelf en de VS” en Hoover, toen president, stuurde Mellon snel naar Groot-Brittannië als ambassadeur.

En in België?

Dit land kent niet veel successen met technocraten. En dat was niet noodzakelijk de schuld van die technocraten zelf. In 1981 verkeerde de Belgische economie in crisis. Twee oliecrisissen, recessies en een hoge inflatie deden het begrotingstekort oplopen tot 14 procent van het bruto binnenlands product. De Belgische frank stond onder druk en de bedrijven verloren hun buitenlandse concurrentiekracht. Mark Eyskens dacht de kwaliteiten te bezitten van zijn vader en probeerde het tij te keren. Dat gebeurde onder andere door Robert Vandeputte, ex-gouverneur van de Nationale Bank, als minister van Financiën te benoemen. Zijn expertise moest helpen de wilde speculatie tegen de Belgische frank te stoppen. Maar daar kwam niets van terecht. De regering-Eyskens ging ruziënd ten onder, met als dieptepunt stakende PS-ministers. De Belgische frank verzwakte verder. Vandeputte schreef zijn frustraties van zich af in het boek “Een machteloos minister”. Tien jaar later stapte Mieke Offeciers over van de Vlaamse werkgeversorganisatie VEV, nu Voka, om minister van Begroting te worden. Ze hield het maar één jaar vol. (Lees verder onder de foto)

Ontslagnemend minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. (Foto: Belga Images)

De meest recente voorbeelden van technocraten zijn Annelies Verlinden en Paul Van Tichelt. De eerste kwam uit de advocatuur en werd minister van Binnenlandse Zaken, de tweede was magistraat en werd via een kabinetsfunctie minister van Justitie. Beiden blijven omringd door een ietwat wereldvreemd aura. Dat hebben ze niet aan zichzelf te danken maar aan wat wordt omschreven als het ‘primaat van de politiek’. Niet de koning benoemt de ministers maar de partijvoorzitters. Het “primaat van de politiek” verwijst naar het principe dat politieke beslissingen en overwegingen de hoogste prioriteit hebben binnen een samenleving. Dit betekent dat politieke macht en besluitvorming voorrang hebben boven andere vormen van autoriteit, zoals economische of religieuze machten. Dat primaat wordt nu letterlijk belichaamt in de Arizona onderhandelaars. Weten die mensen nog waar ze mee bezig zijn en waar de mensen echt wakker van liggen, zo klinkt het in de media. Het primaat gaat op die manier meer en meer lijken op een keizer zonder kleren.

Mannen van deze klasse, of het nu de favorieten van een koning of van een volk zijn, hebben in te veel gevallen misbruik gemaakt van het vertrouwen dat ze bezaten, waarbij ze de nationale rust opofferden aan persoonlijk voordeel of persoonlijke bevrediging.” zo schreef de Amerikaanse ondernemer Alexander Hamilton in 1787. Twee jaar nadat hij zijn waarschuwing voor zakenlieden in de regering had neergeschreven, werd hij er zelf een. Als eerste Amerikaanse minister van Financiën bracht hij ervaring met scheepvaart en financiering mee en richtte hij de Bank of New York op. De waarschuwing die Hamilton meer dan twee eeuwen terug lanceerde over technocraten lijkt nu meer en meer van toepassing te zijn op de beroepspolitici zelf.