De geschiedenis van Faymonville begint met de bouw van voertuigen in een smidse te Rocherath, een deelgemeente van Büllingen in de provincie Luik nabij de Duitse grens. Tot het begin van de jaren 60 verkoopt het bedrijf landbouwmachines en cabines voor tractoren. In 1962 bouwt Berthold Faymonville een nieuwe productiewerkplaats. Tot het midden van de jaren 60 bouwt en verkoopt het bedrijf voertuigen voor bosontginning. Eind de jaren 60 worden de eerste opleggers gebouwd in Rocherath.
In 1973 volgt de productie van de eerste dieplader voor het transport van glas. In 1988 wordt uitgebreid naar het nabijgelegen industriegebied van Büllingen. Na de dood van Berthold Faymonville nemen zijn zonen Alain en Yves Faymonville in 1991 de leiding van het bedrijf over. In 2017 koopt Faymonville Group de Italiaanse voertuigenfabrikant Cometto over, een specialist in de ontwikkeling en productie van zware zelfrijdende modulaire voertuigen.
Begin 2024 telt de groep meer dan 1.300 werknemers met 5 productiefaciliteiten in Luxemburg (2), België, Polen en Italië, samen goed voor een werkoppervlakte van 175.000m². De productiecapaciteit bedraagt 3.000 voertuigeenheden per jaar. In 2023 haalde de groep een omzet van 442 miljoen euro met export naar 125 landen. Ondanks zijn industriële belangrijkheid leeft de familie in discretie al is ze sterk lokaal verankerd. Zo is Roland Jost één van de bestuurders in de Luxemburgse sleutelholding Max International. Jost is eigenaar van de gelijknamige transportgroep uit de provincie Luxemburg. In 2023 sloot hij een dading af met het Belgische gerecht volgend op een ophefmakend dossier inzake sociale fraude.
