Bouwpromotor Marnix Galle kaapte met zijn bedrijf Allfin de voorbije jaren de mooiste projecten in Brussel weg. Zijn portefeuille bedraagt momenteel ongeveer 350 miljoen euro. Zijn bekendste projecten zijn de herontwikkeling van de gewezen ASLK-hoofdzetel aan de Wolvengracht en de hoofdzetel van Solvay in hartje Elsene. Samen zijn ze goed voor 100.000 vierkante meter. Meteen is Marnix Galle de belangrijkste promotor van de hoofdstad. Nochtans bestaat zijn bedrijf Allfin amper elf jaar.
De zoon van de gewezen socialistische minister Marc Galle is een gerespecteerd lid van de West-Vlaamse society als resident van Knokke. Hij is gehuwd met Michèle Sioen van de gelijknamige textielfamilie en voorzitter van de werkgeversfederatie VBO. Daarvoor was hij getrouwd met een dochter van ‘bingokoning’ Willy Michiels. In een gesprek met Trends benadrukte Galle in elk geval dat hij voor eigen rekening rijdt en niet werkt met het geld van zijn huidige schoonfamilie.
In 2006 kwam de groep bijna in moeilijkheden. Galle ontwikkelde in de Brusselse Leopoldwijk een verkrot huizenblok tot het project Bell’art, waarvan in 2006 voor 70 miljoen euro de controle werd verkocht aan de Ier Garrett Kelleher. Maar in 2008 weigerde die de gebouwen op te leveren. ‘Daardoor waren we financieel verlamd’, zegt Galle. De onzekerheid woog zwaar. Ik durfde drie jaar amper een stap te verzetten, hoe zeker ik ook was dat de arbitrageprocedures goed zouden uitdraaien. De Ieren hebben na hun verlies van de procedure elke cent moeten terugbetalen, inclusief rente.’
In september 2014 werd Galle referentie-aandeelhouder van de beursgenoteerde groep Immobel. Hij nam toen de participatie over van de overleden Ronny Bruckner in Immobel van 29 %. Dat kostte een investering van om en bij 55 miljoen euro. Met de komst van Galle kreeg Immobel alvast een boost. In april 2016 sloeg Galle zijn grote slag en werd de fusie bekend gemaakt van Immobel en Allfin. Galle werd meteen de grootste aandeelhouder van Immobel, goed voor 58 procent van de groep.
Tien jaar later keerde het tij echter. Over 2024 incasseerde Immobel een niet eerder gezien verlies van 94 miljoen euro. Dat is in hoofdzaak het gevolg van een aantal waardeverminderingen met als belangrijkste het opgeven door Immobel van de renovatie van de twee Proximus torens in Brussel. De koers van het aandeel zakt op de beurs naar een dieptepunt van 16 euro. Drie jaar daarvoor was dat nog meer dan 70 euro. 225 miljoen euro. Zoveel zou de beursgenoteerde projectontwikkelaar Immobel investeren in de renovatie en ombouw van de twee Proximus-torens in Brussel. Maar geen enkele aannemer wou de werken aanvatten voor dat bedrag. Waarop Immobel in 2024 besloot de handdoek in de ring te gooien en het plan volledig op te bergen. Het overheidsbedrijf Proximus had midden 2021 beslist zijn twee iconische torens te verkopen, een beslissing die mee was ingegeven door corona en de enorme groei van het thuiswerk. Bedoeling was de kantooroppervlakte te verminderen van 105.000 naar 40.000 vierkante meter. Na een biedstrijd kreeg Immobel de opdracht toegewezen. Proximus verbond zich ertoe zijn hoofdzetel uiterlijk in december 2023 voor 143 miljoen euro aan Immobel te verkopen en vervolgens een deel van het gerenoveerde kantoorgebouw terug te huren. In de tweede toren moest Immobel 300 woningen en 100 studentenkamers inrichten, kaderend in de heropleving van de Noordwijk levendiger te maken. De renovatie moest dan eind 2026 klaar zijn. De gestegen prijzen van bouwmaterialen en de gestegen rente gooiden echter roet in het eten. Het voorliggende budget van 225 miljoen euro bleek een onhaalbare kaart te zijn.