De naam Moortgat is in industriële kringen al jaren synoniem met Duvel. Dit bier van hoge gisting heeft de familie Moortgat geen windeieren gelegd. Gestart in 1871 als een traditionele boerderij die ook een eigen bier brouwde, is Moortgat vooral sedert de jaren zestig uitgegroeid tot de meest rendabele brouwerij van België. In 1963 nam Moortgat de brouwerij van Maredsous over. In 1965 verwierf de familie het bottelrecht voor het luxebier Tuborg voor de Benelux, een recht dat in 1991 werd doorverkocht aan Interbrew. De naam Duvel zelf breekt pas goed door begin jaren zeventig, wanneer het merk ook te koop wordt aangeboden aan de Belgische kust.
Wanneer Duvel Moortgat in 1999 naar de beurs trekt, heeft het één structurele zwakheid: het is te afhankelijk van de Belgische markt en van één merk, Duvel. Sindsdien bouwde de brouwerij een heel gamma uit: Maredsous, Liefmans, de Chouffebieren. Het pilsbier Vedett werd als een trendy exclusiviteit in de markt gezet. Later volgde de opgemerkte overname van de failliete Antwerpse brouwerij De Koninck, bekend van het bolleke Koninck. Door de tussenkomst van Moortgat viel De Koninck niet in handen van het Nederlandse Heineken.
Duvel Moortgat is intussen ook niet langer afhankelijk van de Belgische markt: de export, in 1999 nauwelijks goed voor 15 procent, is vandaag goed voor bijna de helft van de omzet. Vooral op de Amerikaanse markt, nochtans ook een dalende biermarkt, staat Duvel steeds sterker. De Amerikaanse omzet nam sinds de beursgang toe van 35 miljoen naar 113 miljoen euro. Op die Amerikaanse markt doet Moortgat het tegenovergestelde van wat AB InBev moest doen met Anheuser-Busch: terwijl AB InBev de consumenten ervan moest overtuigen dat Anheuser-Busch een Amerikaans bier zou blijven, scoren de speciaalbieren van Duvel Moortgat net vanwege hun Belgisch etiket. In 2013 versterkte ze hun aanwezigheid, door een meerderheidsbelang te nemen in de Amerikaanse Boulevard Brewing Company. De Belgische identiteit van de bieren wordt in de VS – Duvel is aanwezig in 48 Amerikaanse staten – fors in de verf gezet met bijvoorbeeld bierfestivals.
Door de economische crisis liet het familiebedrijf in 2012 weten de Brusselse markt te willen verlaten. Volgens topman Michel Moortgat zou de beurs gedomineerd worden door plannen op korte termijn en dit zou in conflict komen met de strategie op lange termijn. Bij de eerste ronde van de overname hadden de familiale aandeelhouders al 95,54 procent van het totale aandelenpakket in handen. Michel Moortgat slaagde er in die operatie te financieren via de brouwerij zelf. De voorbije jaren keerde de familie zich een aantal super dividenden uit. Daarmee werden de leningen terugbetaald die de familie aanging om het bedrijf van de beurs te halen. Het vermogen is voor gelijke delen in handen van de broers Michel, Philippe en Bernard Moortgat. Hun nicht Veerle Degeeher is minderheidsaandeelhouder.
In 2022 regelden de drie broers Moortgat de opvolging van het bedrijf naar de volgende generatie. Daarbij werd de waardering van de brouwersgroep vastgelegd op 1,6 miljard euro.
