DRB Foodie Nadine bezoekt restaurant ‘Dodici Fontane’ in Linguaglossa, Sicilië. Ze deelt haar ervaring met u. Eigenzinnig op haar manier, ongebonden, vrij en vrank. Maar steeds met respect voor de ambitie en de durf van de horeca ondernemer. En ze weet waar ze over praat. Haar ondernemerschap in de toeristische sector zette haar er toe aan een doorgedreven horeca opleiding te volgen.
Wat doet een Belg op het eiland Sicilië wanneer hij zijn reis enkele maanden geleden heeft geboekt en het er nu 42 graden celsius is? We komen van Catania aan de oostkust en zijn op weg naar Linguaglossa, een klein stadje op de noordelijke bergkant van de Etna. Buiten schommelt de temperatuur tussen de 39 en 42 graden. Het is ongeveer het warmste moment van de dag. De hitte valt als een massieve blok naar beneden. Ik kijk dan ook uit naar “ Hotel Villa Neri”, een resort&spa met 24 kamers en gelegen aan de voet van de smeulende Etna.
Hoewel helemaal geen zonneklopper aan een zwembad lijkt het bij dit warme weer een zalige tussendoor om er af te koelen met een goed boek. De krinkelende winkelende weg ernaartoe, en de Italiaanse waaghalzen die me nu en dan laten ‘oei’ en ‘ah’ roepen (blij met de full omnium van de huurauto) doen ons besluiten het logies niet meer te verlaten. We zijn te vroeg en de verveelde ietwat onbeleefde receptioniste verwijst ons in afwachting van de kamer naar het zwembad of de lobby. Gezien nog geen kamer en geen zwempak aan boek ik een massage bij hun spa center en meteen ook het diner in hun restaurant. Is het een indruk of lijkt de recepioniste op slag precies iets vriendelijker ? Enfin, de massage is een heerlijke welkome verkoelende ontspanning.
Aan het zwembad bestellen we water, een flesje witte huiswijn en een slaatje. Enige meegenomen documentatie leert dat het domein Villa Neri, eigendom van de gelijknamige familie, groot geworden is met het maken van wijn. Na een fijne lazy middag – niet gedacht dat ik dit kon – richting diner. Het restaurant ‘Dodici fontane’ of 12 Fonteinen – waar de chef Elio Russo de keuken bestuurt – is modern en stijlvol. Na wat korte research – die we vooraf niet hadden gedaan – blijkt de chef toch niet de eerste de beste te zijn … We zitten in een van de betere restaurants van de regio.
Het personeel is attent en professioneel. In no time komt de menu kaart met huisgemaakte broodsoorten- olijfolie met olijfcrème en water. We kiezen voor het ontdekkingsmenu, goed voor 150 euro per persoon. Gezien de indrukwekkende wijnkeuze opteren we voor een degustatie van 5 wijnen van 55 euro per persoon. De sommelier bevestigt onze keuze en zegt dat dit perfect bij het menu samengaat.
We bestellen een glaasje bubbels en krijgen een heerlijke ‘Cantine di Nessuno apum Brut’, een mousserende wijn uit de Etna gemaakt van de ‘nerello mascalese’ druif. De bijhorende hapjes zijn heerlijk.
De sommelier komt met ons eerste glas wijn. Hij laat ons proeven van de rosé. We herkennen de Villa Neri van het domein itself, die we al aan het zwembad kregen. Hij doet gewichtig anderhalve centimeter in het glas en vertrekt. Ons eerste gerecht – een stukje inktvis met foie gras en lichtzoete amandelschuim, is verrassend als combinatie, een koud-warm gerecht. De wijn vinden wij er helemaal niet bij passend. De sommelier komt met het tweede glas wijn – een witte wijn ook al van het huis – eveneens bij het zwembad geproefd. Terug een minimalistisch proevertje in het glas en hij vertrekt. Je voelt het komen – wij enigszins verontwaardigd. Aan het zwembad was het tenminste een vol glas wijn, aan de prijs van negen euro per glas of dertig euro per fles. We roepen de sommelier en zeggen teleurgesteld te zijn. Hij haalt aan dat het een andere service is in het restaurant dan aan het zwembad en daarom duurder is. We zeggen dat we de wijndegustatie niet langer willen volgen en een eigen fles wijn gaan kiezen. Hij gaat direct akkoord, zegt dat we de gedronken wijn niet moeten betalen en brengt de wijnlijst, een dik boek met 65 pagina’s. We kiezen voor een fles ‘Cristo Di Campobello – Lu Patri Nero d’Avola DOC’, verbouwd op een oud domein dat ooit deel uitmaakte van een klooster. Prijs: 70 euro. Verstandige mensen, die paters. Lekkere wijn.
Net zoals alle gerechten die volgen en als impact verbazing en blijvende nieuwsgierigheid opwekken. Wat we krijgen is telkens zo anders. De chef verbetert immers de authentieke smaak van elk ingrediënt door verschillende en contrasterende smaken te combineren. Eindresultaat is een bord met een combinatie van felle kleuren. Zo krijgen we een aantrekkelijke warm-koudbereiding met in een pannetje warme romige rijst geparfumeerd met limoen en daarbij de garnaal, garnalenjus, yoghurt, gefrituurde basilicum en appelsaus, gevolgd door kalf met pistache gevuld met ragusakaas, gepekelde groenten en chocoladesaus. Er volgt nog lam met ricotta en rodewijnsaus.
Het eerste dessert, perzik met ijs van berk, is de top. Zelden zoiets lekkers gegeten, fris en kruidig, bijzonder intrigerend gezien ik hoegenaamd niet weet hoe ik zelf aan de bereiding zou moeten beginnen. Als tweede dessert is er een “salade” van groenten en fruit met ijs van brood. We laten de foto voor zich spreken want het zijn stuk voor stuk juweeltjes op het bord.
Dan de “small sweeties”. Alles hebben we geproefd, alles was op, alles was top. Wanneer we de rekening krijgen blijkt dat we geen wijn betalen, ook niet de fles die we zelf kozen. Mooi gebaar.
Alle informatie: Villa Neri, Linguaglossa, Sicilië (Lees verder onder het logo)
Ondertussen bij de boekhouder
We schrijven begin van de 20ste eeuw. Vincenzo Neri moet op zoek naar een betere toekomst en emigreert vanuit Sicilië naar Amerika. Hij is samen met zijn broer Salvatore, een tenor die Italiaanse opera’s meeneemt. Salvatore verovert met zijn prachtige stem de beschaafde stad New York en beide broers boeken succes. Echter, een paar jaar later wordt Salvatore ziek en na zijn dood blijft Vincenzo alleen achter. Vincenzo raapt al zijn dollars samen en keert terug naar zijn geboortegrond Sicilië. Hij koopt enkele landerijen boven Linguaglossa en trouwt met een mooie lokale plattelandsvrouw. Samen leggen ze de eerste stenen van het huis tussen de wijngaarden en olijfboomgaarden van wat nu Villa Neri is.
Momenteel wordt de vulkanische, zwarte en vruchtbare grond, bewerkt door de vierde generatie Neri’s. Die zijn onnoemelijk meer vermogend dan hun avontuurlijke overgrootvader. Maar de uitdagingen zijn er niet minder om. De Etna overheerst als een rokend symbool de regio. Maar de ondraaglijke temperatuur legt een hypotheek op de toeristische sector. Dat wordt pijnlijk duidelijk wanneer bosbranden her en der het Siciliaanse eiland treffen, ook in de noordoostelijke regio die wordt gekenmerkt door prachtige baroksteden zoals Syracuse en Noto. Wanneer de klimaatomslag dergelijke impact blijft hebben en structureel wordt, zal dat een domper zetten op het succes van de Siciliaanse toeristische sector. Het is een evolutie waar de Sicilianen zelf niet veel kunnen aan doen buiten voorzichtig afwachten.
Volgende aflevering: Een nieuwe ‘must do’ in Sicilië.