De Gentse openbare aanklager Olivier Ruysschaert wil dat de gevallen Optima-topman Jeroen Piqueur wordt veroordeeld tot 18 maanden cel met uitstel en een geldboete van 1,5 miljoen euro met daarbovenop een beroepsverbod van tien jaar en de verbeurdverklaring van 2,3 miljoen euro aan vermogensvoordelen. Piqueur wordt vervolgd voor feiten die zich voordeden tussen augustus 2007 en oktober 2013, dus voorafgaand aan het faillissement van Optima Bank. Het gaat onder meer om de niet-aangifte van 19,9 miljoen euro, afkomstig van een likwidatiebonus van een offshore vennootschap.
Centraal in het proces staan een aantal rekeningen in Luxemburg en Monaco die officieel toebehoren aan offshore vennootschappen. Volgens het openbaar ministerie is de finale begunstigde echter Jeroen Piqueur. Die gaf geen inkomsten aan. Voor de inkomstenjaren 2006 tot en met 2012 ging het onderzoek 1,5 miljoen euro aan roerende inkomsten. Volgens het openbaar ministerie gebruikt Piqueur een bedrag van 19,9 miljoen euro om de aankoop van zijn jacht Rubeccan te financieren.
UPDATE
In zijn reactie voor de rechtbank zegt Piqueur dat hij geen kaas heeft gegeten van fiscaliteit. Hij omschrijft zichzelf als een ondernemer die de fiscaliteit overliet aan zijn raadgevers. Verder zegt hij dat hij bedrogen is door de BBI. Die had gezegd dat ze de gegevens van een huiszoeking bij Otpima niet zou gebruiken indien Piqueur naar voren kwam met gegevens over zijn offshore bedrijven. Achteraf bleken ze die gegevens toch tegen Piqueur te gebruiken.