Adellijke AB Inbev aandeelhouders kunnen generatiekloof niet overbruggen

(Foto: Belga Images)

Met meer dan 300 zijn ze, de familiale adellijke aandeelhouders van de biergigant AB Inbev. Ankerpunten zijn de families de Spoelberch en Van Damme, respectievelijk op de derde en tweede plaats in onze ranglijst. Hun controle op AB Inbev, de grootste brouwerij ter wereld, loopt over de Luxemburgse holding EPS. Die zag vorig jaar een aantal adellijke aandeelhouders opstappen, goed voor 14 % van zijn kapitaal. Het zou in eerste instantie gaan om aandeelhouders van de familie de Mévius maar ook om een aantal jongere aandeelhouders. Ze zijn gebonden aan een aantal verplichtingen en kunnen hun AB Inbev aandelen niet direct verkopen. Maar hun vertrek duidt er op dat het verhaal van de familiale aandeelhouders versleten is en de jongere generatie niet meer aanspreekt. Vraag stelt zich dan ook hoe diep de kloof is tussen de adellijke generaties.

Bij de Luxemburgse holding EPS verdwenen vorig jaar 66 van de 465 miljoen aandelen. Elk EPS aandeel staat voor één aandeel AB Inbev. De controle van EPS over AB Inbev daalt daarmee van 23,6 naar 19,7 %. Het vermogen van EPS daalt van 26 naar 22 miljard euro. Het probleem van de Belgische aandeelhouders is dubbel. Vooreerst is er de familie de Mévius, traditioneel de derde en kleinste aandeelhouder. Die stapte eerder al op bij de investeringsholding Verlinvest waarmee de familie de Spoelberch zijn AB Inbev dividenden herbelegt in diversificatie bedrijven buiten de brouwerijsector. Blijkbaar neemt de Mévius nu ook enige afstand binnen het AB Inbev aandeelhouderschap. Komt daarbij dat de opéénvolgende generaties voor een steeds grotere versnippering zorgen bij de aandeelhouders. Volgens het magazine Trends, die de wijziging bij EPS als eerste noteerde, komen er nu tussen de 300 en 400 aandeelhouders naar de familiale bijeenkomsten. Het is daarbij steeds moeilijker om alle neuzen in dezelfde richting te houden. Dat is des te meer zo omdat de jongere generatie geen affectieve band meer heeft met bier en alcohol, eerder omgekeerd. Ze zijn opgegroeid in een wereld die steeds kritische staat tegenover alcohol.



Wat nu gebeurt met EPS is belangrijk en wijst nogmaals op het belang van een sterk verhaal bij familiale aandeelhouders. Tekenend wellicht kan het feit zijn dat Jan Vander Stichele werd benoemd tot bestuurder van EPS. Vander Stichele is geen lid van de families maar is wel voorzitter van de speculoosgroep Lotus. Die slaagt er blijkbaar wel in de generatiekloof te overbruggen. Het schisma bij EPS zal anderzijds weinig operationeel effect hebben op AB Inbev zelf. Bij AB InBev behouden de Belgische adellijke families, samen met drie Braziliaanse families, een controlemeerderheid. Dat gebeurt via de Stichting AB InBev, goed voor een belang van een kleine 34 procent in de brouwer. Belgen en Brazilianen hebben evenveel aandelen in de stichting. Die zijn geblokkeerd. Ze kunnen dus niet worden verkocht op de beurs. Die drie Braziliaanse aandeelhouders zijn ook niet meer van de jongste: Jorge Paulo Lemann, 86 jaar, Marcel Hermann Telles, 75, en Carlos Alberto Sicupira, 77. Ze verwierven hun positie na de fusie in 2004 van hun Latijns-Amerikaans bedrijf AmBev met de Belgische brouwerijen Stella en Jupiler. De nieuwe fusiegroep kreeg toen de naam InBev. Het aandeelhouderspact tussen de Belgen en de Brazilianen is verankerd tot minstens eind augustus 2034. De controle van AB InBev blijft dus bij de gelijknamige stichting. Voorlopig althans.