BBI vordert voor hof van beroep 547 miljoen euro van Unilin

De fiscus eist 547 miljoen euro aan ontdoken belastingen en boetes van Unilin. Het gaat om een al jaren aanslepend conflict. Het West-Vlaamse vloerbedekkingsbedrijf zou via het buitenland belastingen omzeild hebben. Volgende week moet het bedrijf zich verantwoorden voor het Gentse hof van beroep. Topman Bernard Thiers is naar eigen zeggen erg gerust in een goede afloop van de zaak voor zijn bedrijf.



Unilin is de maker van het succesproduct Quick-Step, de handzame houten vloerbedekking. Het Uniclic-systeem, een kliksysteem waarbij laminaatvloeren konden geplaatst worden zonder het gebruik van lijm, werd eind jaren ’90 in Wielsbeke uitgevonden en in 2000 gecommercialiseerd. Vanaf dan verleende Unilin licentie-overeenkomsten aan andere bedrijven. In ruil betaalden die ondernemingen royalty’s aan Unilin. En daar knelt het schoentje, want de Uniclic-winsten kwamen niet terecht in de resultaten van de bvba Unilin in Wielsbeke maar werden doorgeschoven naar Ierland en Luxemburg, waar het bedrijf amper tot geen belastingen moet betalen op de winsten.

Volgens de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) ontduikt Unilin al jaren belastingen door deze schijnconstructie. CEO Bernard Thiers ontkent dit en zegt aan de krant De Tijd zeer gerust te zijn in de zaak. Thiers haalt aan dat hij in dezelfde kwestie al twee keer gelijk heeft gekregen door de rechtbank van eerste aanleg in Brugge. “Ik lig er echt niet wakker van”, klinkt het. De BBI wendt zich nu tot het hof van beroep om haar gelijk te halen.