Quick en Flupke, twee Brusselse ‘ketjes’, zijn twee minder gekende figuren van Hergé. Ze zien het levenslicht in 1930, één jaar later dan Kuifje. Ze duiken zelfs even op in twee Kuifjes albums, “Kuifje in Congo” en “De mysterieuze ster”. De prent in kwestie werd door Hergé getekend in 1951. Later werd de ingekleurde versie gebruikt voor de cover van het vijfde album van Quick & Flupke.
Op de prent zien we hoe beide bengels politie agent 15, de voorloper van Jansen en Jansen, in het ootje nemen. Ze hebben op de muur een eigen gemaakte affiche gehangen die vol taalfouten staat en die zegt dat het strikt verboden is hier affiches op te hangen. De prijs van de tekening is grotendeels bepaald door de intrinsieke waarde plus haar zeldzaamheid.