
De West-Vlaamse familie Van Wonterghem, met thuisbasis in Kuurne, was een kwart eeuw terug een toonaangevend bedrijf in de Vlaamse horecawereld. Met hun ‘Huis van Wonterghem’ exploiteerden ze een klein imperium aan dicotheken, dans- en feestzalen met als kers op de taart de dancing Carré langs de A12 in Willebroek. Maar dat imperium droogde op in veranderende tijden. Begin jaren 2000 telde Vlaanderen nog 775 discotheken en dancings. Tegen 2019 was dat aantal gehalveerd tot 371 zaken, en sindsdien is het nog verder gedaald. Jongeren gaan liever naar Tomorrowland dan naar Carré. Gregory Van Wonterghem, vertegenwoordiger van de derde generatie, plooide terug op de toegevoegde waarde van het West-Vlaamse trouwfeest. Vandaag komt hij in de belangstelling met de overname van de Kortrijkse cateraar Impe Catering.
Gustaaf Van Wonterghem, kortweg Staf genoemd, was de zoon van een vlasboer. Net voor de Tweede Wereldoorlog opende hij samen met zijn vrouw in het centrum van Kuurne het café Saint Christophe. De vlasschuur achter het café bouwden ze om tot een eenvoudig zaaltje. Werd er in Kuurne na een begrafenis een broodje aangeboden, het gebeurde in het zaaltje van Staf en Angèle. Was er een huwelijk? Lydia, de kokkin van dienst, prepareerde voor de genodigden overheerlijke koeitong in maderasaus terwijl een accordeonist de sfeer erin bracht. Marc, zoon van Staf, zou de zaak overnemen. De midden in de jaren zestig keerde hij gewapend met een idee terug van een bezoek aan Duitsland. Daar had hij gezien hoe er gedanst werd zonder begeleiding door een orkest. Een dj gewapend met twee platendraaiers zorgde voor het entertainment door de nummers aan mekaar te praten. In de Kuurnse studentenclub Den Ezel, die hij samen met enkele vrienden oprichtte, ging Marc met zijn platen aan de slag. Hij wist ook zijn ouders van de nieuwe trend te overtuigen en in 1967 startte hij Diedjies, de eerste discotheek van de familie Van Wonterghem.
Het Huis van Wonterghem groeide als kool. De ene kleine discotheek na de andere vervoegde het imperium van de familie die zelf uitblonk in discretie en buiten de belangstelling bleef staan. In 1992 opende het Huis Van Wonterghem de megadancing Carré in Willebroek en drie jaren later was Carré Beach in Oostende aan de beurt. Ook de feestzalen werden stevig uitgebreid. In het hoofdkwartier van de groep in het centrum van Kuurne openden de zalen De Cappellerie en De Commanderie, samen goed voor 700 zitplaatsen. In 1983 zette het Huis Van Wonterghem in hetzelfde Kuurne het Domein Maelstede neer, met de twee grote zalen Symfonie en Rapsodie, goed voor 550 zitplaatsen. Begin jaren negentig volgde de aankoop van het uit 1876 daterende Kasteel Gravenhof in Dworp. In het jaar 2000 realiseerde de familie met zijn 530 vaste en deeltijdse werknemers een omzet van om en bij 600 miljoen Belgische frank of 15 miljoen euro. Jaarlijks dansten zo’n vierhonderdduizend fuifnummers zich de ziel uit het lijf in een van de discotheken van deze West-Vlaamse familie. (Lees verder onder de foto)
Maar de tijden en gewoonten veranderen. Van de drie kinderen van Marc Van Wonterghem kwam het bedrijf terecht bij zijn zoon Gregory. Die zag hoe onder meer de Carré veranderde van iconische danstempel naar een plaats die achtervolgd werd door strengere regelgeving en aanhoudende drugrazzia’s door de politie. In 2020 werd de dancing verkocht. Het aantal discotheken smolt als sneeuw voor de zon als gevolg van veranderende vrijetijdsbesteding. Jongeren geven hun geld liever uit aan festivals, daghoreca zoals koffiebars, of thuis indrinken met vrienden. De klassieke discotheekavond verdween. Sommige clubs sloten na incidenten of reputatieschade. Clubs verdwenen uit kleinere gemeenten en concentreerden zich in steden. Dat maakte ze minder toegankelijk voor jongeren buiten de stad. De coronacrisis bracht de genadeslag. In 2020 moesten alle discotheken ononderbroken sluiten. Geen enkele openingsdag gedurende meer dan een jaar. Reserves raakten op, perspectief ontbrak. Grote namen zoals de Boccaccio, La Rocca, Cherry Moon en Zillion verdwenen, die laatste als mediageniek geprofileerd verhaal.
Gregory Van Wonterghem moest mee veranderen met de tijdsgeest. Hij plooide zich terug op de thuisbasis Kuurne waar hij zich met zijn feestzalen toelegt op trouwfeesten en allerlei familiale en bedrijfsevents. En nu dus ook met de overname van de cateraar Impe Catering. Over die West-Vlaamse core business liet hij zich vorig jaar in detail uit. “Eigenlijk is het simpel: West-Vlamingen hechten veel aandacht aan de belangrijke momenten in het leven, en daar hoort – zoals het echte bourgondiërs betaamt – veel eten en drank bij. En we merken écht een verschil. West-Vlamingen hebben graag al hun gasten er een hele dag bij, terwijl mensen uit andere provincies vaker opsplitsen: een deel voor het diner, en een deel pas vanaf het dessert voor het avondfeest. West-Vlamingen willen bijna altijd een repasse bij het hoofdgerecht en ze betalen steevast een forfait om de hele avond lang all-in dranken – ook zware bieren – te kunnen serveren. Buiten onze provincie gebeurt dat allemaal minder. Het is gewoon heel typerend, we zien dezelfde filosofie terug bij rouwmaaltijden: bij ons is dat echt een menu, elders spreken ze over een koffietafel met een taartje en misschien een belegde pistolet.” zo vertelde hij in een interview.