Hubert Fabri schuldig bevonden aan corruptie

Hubert Fabri

Hubert Fabri, meerderheidsaandeelhouder van de plantagegroep Socfin, is veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf met uitstel en een boete van 6.000 euro. Volgens de Brusselse correctionele rechtbank stortte Fabri belangrijke bedragen door aan Mariama Camara, de huidige minister van Landbouw van het Afrikaanse land Guinee. Het ging om 6 % van alle rubber- en palmolieverkoop die Socfin realiseerde in Guinee. Ook Camara werd veroordeeld. Alle veroordeelden hebben een maand tijd om beroep aan te tekenen tegen de uitspraak.



Mariama Camara was voor haar ministeriële functie hoofd van Soguipah, de belangrijkste plantagegroep van Guinee. Het geld van Socfin werd gestort op de offshore vennootschap WAT met zetel in het kanaaleiland Guernsey. Fabri had een volmacht op de rekening van WAT. Een deel van het corruptiegeld werd doorgestort aan hoge functionarissen en huidige leden van de regering. Camara werd veroordeeld tot 20 maanden met uitstel en een boete van 12.000 euro. Ze zag 300.000 euro in beslag worden genomen. Ook vier hoge kaderleden van Socfin werden veroordeeld, net als Vincent Bolloré de Franse zakenpartner van Fabri die 38 % controleert van de in Luxemburg beursgenoteerde holding Socfin. De feiten dateren van kort na de eeuwwisseling.

Bij in beslag genomen e-mails is sprake van “transacties die naar Europese normen vreemd kunnen lijken maar we mogen niet vergeten dat we in Afrika zijn”. Er werd ook melding gemaakt van “d’à-côtés pour nos amis”, financiële vriendendiensten. Hubert Fabri reageerde al emotioneel op het dossier. Op 25 september moet nog een uitspraak in beroep volgen inzake het fiscale luik van het dossier.