De naam Mossack Fonseca brandt dezer dagen op ieders lippen als de inrichters van ’s wereld grootste offshore leverancier. Maar wie zijn de sleutelfiguren van die constructie: Ramon Fonseca en Jürgen Mossack? Een verhaal dat ons van de Waffen SS over Midden-Amerika tot de elite van de Europese banken brengt. En niet te vergeten, de Verenigde Staten die boven alles proberen de te grote macht van de offshore leveranciers te controleren of te breken waar nodig.
De meer dan 11 miljoen documenten die het journalistenconsortium ICIJ kon binnenhalen, dekken de periode 1977 tot 2015. Maar bovenal, de documenten tonen aan dat de zaken goed draaien voor het juridisch adviesbureau. Op vandaag wordt Mossack Fonseca beschouwd als één van de vijf grootste verkopers van offshore structuren wereldwijd. Het telt meer dan 500 bedienden in meer dan 40 landen waaronder drie in Zwitserland en acht in China. In 2013 haalde het een omzet van 42 miljoen euro.
Het bureau ontstond in 1986 wanneer Ramon Fonseca besluit zijn solo advocatenkantoor te laten samensmelten met een lokale concurrent die wordt geleid door Jürgen Mossack, een Panamees met Duitse wortels. “Samen hebben we een monster gecreëerd.” zal Fonseca later zeggen. Beide mannen hebben hun roots in de wereld van geld, macht en geheimhouding.
Begin maart maakte Fonseca bekend dat hij een stap terugzette omdat zijn kantoor genoemd werd als speler in het Braziliaanse corruptie- en witwasschandaal inzake de overheidsbedrijven in de olie industrie. Hij deed dat om “de eer van zijn kantoor veilig te stellen”. In een tv-interview claimt hij zijn onschuld met een opvallende vergelijking: we zijn niet meer schuldig dan een autobouwer wiens auto later wordt gebruikt bij een overval.
Jürgen Mossack is lid van de prestigieuze Club Union waar hij ook zijn dochter Nicole introduceerde in 2008. Van 2009 tot 2014 was hij lid van Conarex, de Panamese raad voor buitenlandse relaties. Het ICIJ ontdekte dat hij eigenaar is van een teak plantage, vastgoed, een helicopter, een yacht genaamd Rex Maris en verzameling gouden munten.
Mossack Fonseca zag het levenslicht in de dictatuur van toenmalig generaal Manuel Noriega. Die was verwikkeld in allerlei drug en witwaszaken. Mossack Fonseca liet Panama achter zich en richtte zijn aandacht als eerste op de Britse Maagdeneilanden als offshore gebied. Nu zijn die goed voor meer dan 40 procent van alle offshore structuren wereldwijd. Bijna de helft van de offshore’s die Mossack Fonseca oprichtte situeren er zich.
In 1994 probeerde Mossack Fonseca dat over te doen met het eiland Niue, goed voor 2.000 inwoners. Het bureau gebruikte het eiland als offshore voor Russen en Chinezen. Niue haalde op een bepaald moment 1,6 miljoen dollar van zijn jaarlijkse begroting van 2 miljoen bij Mossack Fonseca. Die laatste sloot een deal waarbij het voor een periode van 20 jaar de exclusiviteit kreeg over het eiland. Maar dat was er voor de Amerikanen net iets te veel aan. Begin van deze eeuw richtten zowat alle officiële Amerikaanse diensten hun oog op Niue dat nu werd beticht van betrokkenheid in allerlei witwas schandalen. Niue boog het hoofd en het kantoor van Mossack Fonseca sloot de deuren.
Niet getreurd. Enige tijd later ging het bureau van start in Samoa. Wanneer de Britse Maagdeneilanden in 2005 hun wetgeving verstrengden, week het bureau uit naar thuisland Panama. Een jaar later werd het bureau ook actief als discretionair beheerder van fondsen van klanten. Dat gebeurde door het filiaal Mossfon Asset Management S.A., of afgekort MAMSA. Tussen 2007 en 2015 voerde dat 4.700 transacties uit, goed voor een versast volume van 1,2 miljard dollar.
MAMSA werkte met verschillende internationale banken waaronder de Banca Privada d’Andorra. Die laatste werd er door de VS van beschuldigd geld wit te wassen voor criminele organisaties. MAMSA werkte ook met Deutsche Bank Switzerland. Die werd er dan weer van beschuldigd geld wit te wassen voor Russische klanten. Ander bankrelaties waren HSBC, Société Générale, Credit Suisse, UBS en Commerzbank.