In 2011 werd in Duitsland een kritische tentoonstelling opgezet over de geschiedenis van de familie Brenninkmeijer in nazi-Duitsland. De familie vroeg daarop zelf aan professor Mark Spoerer, verbonden aan de universiteit van Regensburg, om die geschiedenis in kaart te brengen. Dat resulteerde in een boek dat deze week verschijnt.
In het interview geeft Maurice, kleinzoon van oud-bestuursvoorzitter Ludger Brenninkmeijer, ook een inkijkje in het functioneren van het familiebedrijf. C&A telt op dit moment slechts 68 aandeelhouders, die alleen mede-eigenaar mochten worden omdat ze een managementfunctie binnen C&A bekleden. Alleen kinderen van deze aandeelhouders komen in aanmerking voor een topfunctie binnen het bedrijf en voor het bijbehorende, tienjarige trainingsprogramma. Wie stopt als manager, moet zijn aandelen verkopen aan de in Zug gevestigde holding Cofra. Aandelen kunnen ook niet worden doorgegeven aan kinderen of kleinkinderen. Alleen zo, verklaart Maurice Brenninkmeijer, kan het familiebedrijf van generatie op generatie overleven. “Zo zorgen we ervoor dat de groep eigenaren op één lijn zit en dezelfde waarden en intenties heeft.”
Voorwaarde om manager te kunnen worden is dat het familielid in kwestie katholiek is. Tot nu toe is er slechts één vrouwelijke aandeelhouder. Dat is het resultaat van het besluit pas ver in de jaren negentig om vrouwen toe te staan in leidinggevende functies. Volgens Brenninkmeijer werd daardoor massaal veel talent verspild. Wie in het management van de groep wil treden moet een opleiding volgen. “We evalueren op basis van de voornaam, niet van de achternaam.” zegt de C&A voorzitter.
De familie Brenninkmeijer is verankerd in Nederland, Duitsland en Zwitserland. In Nederland is ze met een vermogen van 22 miljard euro de rijkste familie.