De Cercle Royal du Parc gaat er prat op dat hun ledenaantal stijgende is, waarin ze een bewijs zien dat de adel nog lang niet uitgestorven is. Maar als we de raad van bestuur van de vzw bekijken, zien we toch vooral oudgedienden, waarvan sommigen wel met een serieuze business ervaring. De voorbije decennia hebben zowel koning Boudewijn als Albert aanzienlijk wat Rijkste Belgen in de adelstand verheven. Maar bij de Cercle Royal zeggen ze dat een financieel profiel geen indruk maakt. Wie lid wil worden moet worden voorgedragen door één van de om en bij 130 stichtende leden. Zij vertegenwoordigen de oude adel.
Bij de bestuurders valt onmiddellijk al één naam op: Thierry d’Udekem d’Acoz. Deze telg uit het geslacht van koningin Mathilde vertegenwoordigt de rijkere tak van de familie. Tot voor enkele jaren was hij de vertegenwoordiger van de familie in de belangen die ze samen aanhielden met de familie Boël. Inderdaad, dezelfde familie die Delphine Boël juridisch onderdak bood. Ook baron Alexandre van Caloen is bestuuurder van de club. Zijn echtgenote is eredame van koningin Paola. De adel is een kleine wereld.
Voorzitter van de club is graaf Jean-Pierre de Beauffort. Die is gehuwd met Marie-Noëlle Jolly, zus van Bernard Jolly en dochter van Alain Joly en Isabelle Ullens de Schooten. Jean-Pierre de Beaufort is ook bestuurder van de Orde van Malta, een andere adellijke club die zich profileert in de sector van de gezondheidszorg en de armoedebestrijding. Baron Eric de Jamblinne de Meux is secretaris van de club. Hij is de oudste van zeven kinderen en beheert in Nieuwkerk nabij Poppel aan de Belgisch-Nederlandse grens het landgoed van de familie, inclusief een golfterrein. “Vlaming en Waal zijn mijn voornamen, Belg is mijn familienaam” is een gekende uitspraak van hem. Schatbewaarder is baron Michel de Villenfagne de Vogelsanck, telg uit een bankiersfamilie die ooit in opspraak kwam met de bank AnHyp, maar nu bestuurder van de vermogensbeheerder Banque Transatlantique Belgium.
De Cercle Royal huist in een statig pand aan de vijvers van Elsene in de duurdere buurt van Brussel. De club is vooral actief als organisator van bridgetornooien. Maar het is vooral een elitaire club. Jan Puype publiceerde in 2004 het boek “De elite van België”. Hij bezocht daarvoor zowat alle clubs in de hoofdstad. In een interview zei hij daarover: “Over het algemeen werd ik zelfs zeer hartelijk ontvangen. Eigenlijk werd ik alleen bij de Cercle Royal du Parc, de club van de adel, buitengekeken. De ontvangst door het bestuur was vriendelijk, maar de leden hadden het niet op mijn aanwezigheid begrepen. Ik kwam nog maar het erf opgestapt of alle gordijntjes begonnen al te bewegen. Het grote verschil met de andere clubs is dat alle leden elkaar al kennen. En elke vermenging met niet-adel wordt angstvallig vermeden. Dat is een kaste in de letterlijke zin van het woord.”