Portret Gerard Cok: van porno naar vastgoed (2)

Beate UsheGisteren bleek hoe Gerard Cok zich beetje bij beetje probeert los te wrikken van de negatieve perceptie die rond de porno industrie hangt. Al moet het worden gezegd, Cok’s naam wordt door de pers gelinkt aan allerlei politie onderzoeken en dossiers. En soms zoekt de man het zelf. Dat bleek eind de jaren ’90 wanneer hij in de Antwerpse rosse buurt een heus “Eroscentrum” met 28 ‘peeskamertjes’ wil uitbouwen. Een beslissing die hij naar zijn zeggen nam op vraag van het Antwerpse stadsbestuur. “Plots publiceerden de media verhalen die me aan een drugskartel linkten,” vertelt Cok daarover later in het blad Trends “Dat werd later door het Nederlandse gerecht uitdrukkelijk ontkend. Het zogenaamde kartel bleek een kwakkel. Maar het kwaad was geschied. We konden de plannen opvouwen en ik was definitief verbrand.” Cok heeft zijn lesje geleerd. De angst voor nog meer schade aan zijn reputatie maakt hem mediaschuw. Gesprekken gebeuren in het bijzijn van een advocaat of een medewerker van het pr-bedrijf Interel.



1999 wordt een kanteljaar voor Gerard Cok. In dat jaar ruilt hij zijn seksketen voor aandelen van Beate Uhse AG, een beursgenoteerde sekshandel uit het Duitse Flensburg. Het vastgoed houdt Cok in eigen handen en wordt grotendeels verhuurd aan Beate Uhse. Opbrengst: 2,5 tot 3 miljoen euro per jaar.

“Een externe audit heeft die opbrengst correct gewaardeerd,” zegt schoonzoon Karel van de Klok die de dagelijkse leiding van de groep waarneemt. “De opname van de handel in een beursgenoteerde, dus 100 % transparante onderneming maakt van onze bedrijven een doodnormaal conglomeraat, ver van alle speculaties over zogenaamd dubieuze connecties. Vroeger werkten we vooral met huisbankiers die de familie kenden en respecteerden. Sommige banken deden immers moeilijk omdat ze een erotische business niet kunnen inschatten. Vandaag staan de financiers te dringen om zaken met ons te doen.”

Gerard Cok
Gerard Cok

Cok zelf wordt in het najaar van 1999 benoemd tot COO van Beate Uhse, naast chief financial officer Otto Lindemann. Zijn participatie in het beursgenoteerde bedrijf bedraagt 20,98 % en zit vast in de subholding Consipio BV waarvan John Engelsma ongeveer 25 % en Cok 70 % heeft. De totale marktwaarde van Beate Uhse is rond de eeuwwisseling goed voor een 550 miljoen euro. Het aandeel van Cok is dan  87 miljoen euro waard. Wereldmarktleider Beate Uhse is met 244,4 miljoen euro omzet in 2002 groter dan Playboy en Penthouse.

Ondertussen bouwt Cok zijn eigen familiale holding Summa uit. Die investeert vooral in kleinere beursgenoteerde bedrijven en in vastgoed. Zoon Erwin Cok wordt verantwoordelijk voor de winkelketen van het bedrijf. Schoonzoon Karel van de Klok is gedelegeerd bestuurder bij Summa. Zijn echtgenote Miranda Cok volgt de vastgoedinvesteringen op.

Gerard Cok is een verwoed zeiler. Ook dat is te zien aan zijn investeringen. Eén van die investeringen is de aankoop van de de jachthaven Port Napoléon in het Zuid-Franse Port Saint-Louis. En opnieuw trekt Cok zijn eigen problemen aan boord. Hij laat het beleid van de haven in handen van Marc De Schutter, ‘zakenman’ die eerst veel geld verdiende aan en later veroordeeld werd in het dossier van de video verhuurketen Superclub, opgevolgd door Lavithas.

De zaak De Schutter eindigt in talloze processen. Ondertussen blijkt De Schutter niet stil te hebben gezeten. In België wordt hij in 2007 veroordeeld tot een megaboete van 20,9 miljoen euro voor brandstoffraude. Het signaal om Europa te ontvluchten. De Schutter belandt in Thailand dat hem in 2012 oppakt en uitlevert aan België. Terug in eigen land wordt hij officieel in beschuldiging gesteld van de moord op moord op zijn vriendin Vera Van Laer in 1996. Zij nam op 5 juli 1996 de trein van Antwerpen-Centraal met bestemming Nice, maar daar is ze nooit aangekomen. Volgens de Antwerpse moordbrigade is Van Laer bij De Schutter thuis van de trap gevallen en heeft De Schutter het lichaam doen verdwijnen. “Ik weet dat ik ze heb afgezet aan het Centraal Station, maar voor de rest heb ik daar niks mee te maken. Ik weet ook niet wat er met Vera gebeurd is en ik wil het ook weten. Ik zou graag hebben dat ze hier nu binnenkomt. Dan kunnen we een feestje bouwen en dan is alles achter de rug.” Enkele dagen terug stelde hij zijn boek voor dat hij schreef over het dossier onder de titel “De Schutter heeft het altijd gedaan”.

Standfast
De Standfast 64 die Cok in 2002 in de vaart zette.

“Soms verlies je de greep op een project als je het niet dagdagelijks opvolgt,” zegt Cok later over De Schutter. “Van onze lokale medewerkers hoorden we steeds de halleluja’s van een super, super, supergeslaagde business. Misschien waren we wat goedgelovig.”

Hoe meer de tijd verdergaat, hoe verder Cok zich verwijdert van zijn verleden. Hij gaat resoluut investeren in topvastgoed. Dat gebeurt onder meer via Royal European Capital (REC), een joint venture met NV Royal Baeyens, de Antwerpse vennootschap van de Nederlanders Steven van der Tuin en Alexander Oet. Er worden acht REC-projecten in de steigers gezet. Naast het hoofdkwartier van Summa koopt REC onder meer het Antwerpse Century Center, de Presidentbuilding op de Louizalaan, het Siemens-gebouw aan de Charleroisesteenweg in Brussel, en de Leopoldtoren in Woluwe.

Met de aanwezigheid van Michel Bellemans, de derde partner in REC, lijkt het verleden opnieuw terug te keren. De zoon van de Brusselse onderzoeksrechter werd in december 2002 opgepakt op verdenking van witwassen. Hij wordt in verband gebracht met een cocaïnekartel dat geleid wordt door de Amerikaanse pornobaas John Gallo en drugstrader Willie Jackson. “Michel Bellemans zag zelf in dat we ons dit niet kunnen veroorloven,” aldus Cok. “Hij stelde voor dat we zijn 5 % zouden overnemen. Wat gebeurde.”

Morgen: Gerard Cok trekt naar de beurs van Brussel (3)