Vermogensverdeling in België is stabiel

BalanceDe één procent rijkste Belgische gezinnen bezitten 12 % van het totale netto vermogen in België. Voor de rijkste 5 % is dat al 30 % van het totaal. De 20 % rijkste Belgische gezinnen bezitten 60 % van het totale netto vermogen in België. Die cijfers zijn de voorbije jaren redelijk stabiel gebleven, zo leert een studie van Nationale Bank, uitgevoerd in 2014 en vergeleken met een gelijkaardige studie uit 2010. De Bank wijst er meteen ook op dat de rijkdom aan de top wellicht is onderschat.



In haar commentaar toont de Nationale Bank zich van haar voorzichtigste kant, zoals we haar ook kennen. De Bank beklemtoont dat enquêtegegevens steeds behept zijn met foutenmarges en dat die marges voor de extreme waarden in de resultaten aanzienlijk zijn. Daardoor zijn enquêtegegevens, hoewel ze vaak de enige beschikbare bron zijn, minder geschikt om kleine groepen te analyseren, zoals het aandeel van de 1 % rijkste huishoudens in het totale vermogen. Dat geldt des te meer wanneer dergelijke analyses zouden worden uitgevoerd op aparte vermogensbestanddelen, die soms door slechts een beperkt aantal huishoudens worden aangehouden. Bovendien moet erop worden gewezen dat de allerrijkste gezinnen doorgaans geen deel uitmaken van de respondenten, waardoor de resultaten van de enquête de rijkdom aan de top allicht onderschatten.

Het vermogen van de middenklasse in België bestaat vooral uit de eigen woonst van de huishoudens, aangevuld met voornamelijk deposito’s. Die middenklasse heeft gemiddeld beschouwd ook de grootste hypothecaire schuld uitstaan. De meer vermogende huishoudens bezitten een woning die gemiddeld meer waard is dan die van de middenklassengezinnen, maar die woning maakt gemiddeld minder dan de helft uit van het totale vermogen van deze rijkere huishoudens. Hun rijkdom bestaat immers ook uit ander vastgoed, eigen bedrijven (zelfstandige zaken) en andere financiële activa (bovenop spaargeld komen aandelen, obligaties, beleggingsfondsen), die overigens bijna uitsluitend bij deze huishoudens worden aangetroffen. Ook de hypothecaire leningen die met de aankoop van ander vastgoed gepaard gaan, worden vooral aangegaan door meer vermogende gezinnen.