De Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) incasseert over het boekjaar 2013/2014 een verlies van 0,2 miljoen euro. Dat is merkwaardig want de omzet van de Bond steeg van 39 naar 55 miljoen euro. De bedrijfskosten stegen echter nog meer, van 37 naar 57 miljoen euro. Opmerkelijk is ook de stijging van de loonkost, van 1,6 naar 7,8 miljoen euro. Die stijging is het gevolg van zware premies die werden betaald aan de Rode Duivels tijdens het WK dat doorging in de zomer van 2014 en nu in de boeken is verwerkt. Conclusie: de KBVB is er niet in geslaagd het WK uit te bouwen tot een financiële hefboom, integendeel. Toch blijft de Bond financieel overeind na dit slecht financieel jaar. Al zullen de komende jaren overschaduwd worden door de terug te betalen schuldenlast.
Het wereldkampioenschap voetbal dat plaatsvond in Brazilië van 12 juni tot 13 juli vorig jaar werd voor de Belgische voetbalbond en haar Rode Duivels een sportief succes met een plaats in de kwartfinales. De bond slaagde er echter niet in dat sportief succes om te zetten in een financieel succes. Vooral de hoge premies wegen zwaar door op de balans van de KBVB. De krant Het Nieuwsblad berekende dat een speler die het hele tornooi, inclusief de voorrondes, meespeelde een premie incasseerde van 350.000 euro. Dat bedrag ligt beduidend hoger dan de premies die worden betaald in eerste nationale iets wat tot forse kritiek leidde van de nationale ploegen tegenover de Bond. CEO Steven Martens stapte in februari dit jaar al op onder druk van de zware kritiek.
Toch wankelt de KBVB financieel niet onder het WB-débâcle. De kortlopende schulden stijgen weliswaar van 6,9 naar 17 miljoen euro, het eigen vermogen van de Bond stijgt van 32 naar 35 miljoen euro. De likwiditeiten liepen terug van 12 naar 9 miljoen maar de te incasseren vorderingen stegen van 11 naar 15 miljoen. Het gewaagde nieuwe vastgoedcomplex in Tubeke met het voetbalhotel is in de boeken opgenomen voor 5 miljoen euro. Het is duidelijk dat de Bond de komende jaren de tering naar de nering zal moeten plaatsen. Maar een faillissement ligt nog niet meteen in het verschiet.
