UPDATE : Creatieve rekenkunde van Ghelamco nekt Eurostadion

Projectontwikkelaar Ghelamco mag op parking C van de Heyzel maximaal 50.000 m² gebruiken voor voetbalinfrastructuur. Het bedrijf van Paul Gheysens zegt zich daar ook aan te houden. Maar daarbij houdt Ghelamco geen rekening met kleedkamers en horeca op de site. Ghelamco stelt dat alleen het veld en de tribunes meegeteld mogen worden voor de voetbalactiviteiten. De Vlaamse administratie bestraft Ghelamco voor die creatieve ruimtelijke invulling. Het voetbalveld, de tribunes, de kleedkamers, de televisiestudio, de ticketruimte, de loges en de rest zijn volgens het advies samen goed voor 100.000 m². Dat is het dubbele van wat wettelijk is toegelaten. De wc’s, de horeca en de nutsvoorzieningen die ook ten dienste van het voetbal staan, worden dan nog niet eens meegerekend.



Als ultieme redding van het Eurostadion koos Ghelamco voor een zogenaamde omgevingsvergunning die alle vergunningen bundelt. Daarbij moeten 20 Vlaamse administraties het dossier beoordelen. En volgens die krant de Tijd is die beoordeling over de hele lijn negatief. Bevoegd minister Joke Schauvliege (CD&V) moet voor eind januari definitief over het dossier oordelen. Theoretisch kan ze het advies van de administratie naast zich neer leggen, maar in praktijk lijkt daar geen politieke ruimte voor te zijn.

Een tweede struikelpunt is de mobiliteit. Ghelamco geeft volgens de administratie onvoldoende garanties om een verkeersinfarct op de Brusselse ring te vermijden. De projectontwikkelaar wil mensen overtuigen met het openbaar vervoer naar het stadion te komen, maar geeft te weinig duidelijkheid over hoe hij dat wil doen.

UPDATE

De N-VA is alvast gekant tegen het Eurostadion project. Dat mag ook blijken uit een reactie van N-VA Vlaams minister van Sport Philippe Muyters: “Had ik als supporter graag de openingsmatch van het EK in Brussel gezien? Ja. Maar je moet toch ook afstand kunnen nemen en je de vraag stellen: wat is het economische voordeel dat we eruit halen? Een beetje toerisme. Is dat de moeite, de last en het geld waard? Rond één match bouw je toch geen campagne? Als zo’n stadion tien keer per jaar gebruikt zal worden, willen we daar dan onze centen aan besteden? We moeten, zeker als beleidsverantwoordelijken, afstand nemen, een beetje minder naar ons supportershart luisteren, om dan de rationele vraag te stellen: kan dit wel?”