De handel in aandelen van het Luikse beursgenoteerde biofarmabedrijf Hyloris is en blijft voorlopig opgeschort. In een persbericht zegt het bedrijf dat een ‘non-cash error’ aan de basis ligt van deze discontinuïteit. Er komt een forensisch onderzoek, uitgevoerd op vraag van KPMG, op zoek dus naar sporen van eventuele al dan niet strafrechtelijke praktijken. Inzet vormt een eerdere transactie met het Nederlandse Qliniq, een overeenkomst die als cash werd ingeschreven in de boekhouding goed voor 2 miljoen euro terwijl het in feite om een ruil ging. Dat heet nu een “non-cash error” die er voor zorgt dat de omzet van Hyloris met één derde vermindert, van 3 naar 2 miljoen euro, en het verlies met 10 % stijgt van 10,8 naar 11,8 miljoen euro. Hyloris is het bedrijf van Stijn Van Rompay, de farma-ondernemer die de wilde opportuniteitsdrang van zijn vader Léon lijkt geërfd te hebben.
In een persbericht stelt Hyloris dat de publicatie van het jaarverslag, dat op 30 april gepland stond, uitgesteld is. De revisor blijkt het beursgenoteerde bedrijf te hebben verlaten. De opvolger KPMG vroeg het auditcomité van Hyloris daarop een ‘onafhankelijk forensisch onderzoek’ uit te voeren naar transacties met het Nederlandse Qliniq. Probleem is een dubbele deal met Qliniq daterend van begin 2023. Hyloris boekte initieel 1 miljoen euro inkomsten uit de verkoop van het generieke geneesmiddel HY-038 aan de Nederlanders, en tegelijk boekte Hyloris 1 miljoen onderzoekskosten op het van Qliniq verworven middel tegen fosfortekort in het bloed (HY-088). Een herbeoordeling leerde dat de dubbele deal eigenlijk als een ‘niet-geldelijke ruil’ beschouwd moest worden. Zowel de inkomsten als de kosten moeten uit de boekhouding worden gehaald. Het feit dat het om een forensisch onderzoek gaat, kan er op wijzen dat er sporen zijn dat het bedrijf zijn cijfers opzettelijk heeft willen oppompen. In het persbericht heet het dat de interne communicatie zal worden onderzocht.
Zolang de interne forensische audit loopt, blijft de koers van Hyloris opgeschort. In de Tijd zegt Stijn Van Rompay dat het gaat om ‘een diepgravend onderzoek om te bekijken of alles zeker in orde is’. Maar wat doet Hyloris eigenlijk? Stijn Van Rompay legde dat recent nog eens uit in Trends: “Wij zijn een vreemde eend in de bijt, op een positieve manier, omdat wij een verhaal hebben dat ik wereldwijd nog nergens anders gezien heb. Ons verhaal is wel geëvolueerd. De eerste producten waren herformuleringen van bestaande geneesmiddelen, waarbij je bijvoorbeeld gaat van een tablet naar een injectie, of van een injectie naar een patch, of van een patch naar iets dat je inplant. Wel telkens voor dezelfde indicatie. Maar wat de markt nog niet goed begrijpt, is dat we de laatste jaren vooral mikken op het heruitvinden van bestaande geneesmiddelen, om ze te kunnen gebruiken voor nieuwe indicaties. Soms wijzigen we de moleculen, de chemische bestanddelen van een bestaand geneesmiddel. Die wijzigingen zijn voldoende innovatief om een patent van twintig jaar te verwerven.”
Wat Van Rompay met Hyloris dus doet is geneesmiddelen met een vervallen patent oprapen, minimaal wijzigen en daarvoor dan een nieuw 20-jarig patent aanvragen. Het hoeft niet gezegd dat die manier van werken weinig sympathie oproept in de miljardenindustrie van de farma. En Stijn Van Rompay heeft het van geen vreemden. Zijn 73-jarige vader Léon Van Rompay is een oudgediende in de farmasector. “Ik ben altijd een rebel geweest.” zei die ooit over zichzelf. In 1999 bracht hij zijn bedrijf Docpharma naar de beurs, op dat moment een brokkenmaker met agressieve prijzen van generieke geneesmiddelen, geneesmiddelen dus die kopieën zijn van bestaande producten waarbij het actieve element gekopieerd is. Zes jaar na de beursintroductie verkocht Léon Van Rompay zijn bedrijf aan een Indisch farmabedrijf en streek 31 miljoen euro op. (Lees verder onder de foto)
Nog in 1999 botste vader Van Rompay met de toenmalige minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. “Frank Vandenbroucke verweet me ooit dat ik een kapitalist was, omdat ik mijn bedrijf naar de beurs bracht.”, zo zei Van Rompay daarover in 2005. “Ik snapte hem niet. Voor mij was de beurs een mogelijkheid om iedere burger te laten deelnemen aan ons succesverhaal en tegelijk gaf de beursgang ons een financiële hefboom om snel te groeien. Ik vrees dat hij achteraf toch gelijk heeft gekregen. Al heb ik het geld van de overname ondertussen al wel verdeeld onder mijn kinderen en mijn familie.” Zelf stelde Van Rompay zich tevreden met de aankoop van een kasteel in Hofstade. “Iedereen noemt het een kasteel, maar het is meer een groot huis met een tuin en twee vijvers, aldus Van Rompay. In feite wilde ik niet verhuizen, maar mijn vrouw was helemaal verliefd op het domein in Hofstade. Uiteindelijk ben ik gezwicht.”
Het lijkt er dus op dat Stijn Van Rompay het verhaal van Docpharma nog eens wil overdoen. Afwachten of dat lukt. Hyloris zegt alvast 18 geneesmiddelen in ontwikkeling te hebben. Vader Van Rompay waakte tot voor kort nog over de familiale belangen. Het omver gevallen Luikse beursgenoteerde anticonceptiebedrijf Mithra is gebouwd op het vroegere bedrijf Uteron. Dat laatste werd mee opgericht door Stijn Van Rompay en zijn broer Pieter. Mithra moet nog steeds 185 miljoen euro betalen aan de vroegere aandeelhouders van Uteron. 64 miljoen daarvan, of 35 %, is bestemd voor de broers Van Rompay. Het ziet er echter naar uit dat die betaling nooit zal gebeuren nu Mithra aan zijn laatste levensfase lijkt te zijn gekomen. In februari 2021 werd Léon Van Rompay nog even interim-CEO van Mithra in vervanging van de referentie aandeelhouder François Fornieri die op dat moment in verdenking werd gesteld in het Luikse corruptiedossier rond de’ intercommunale Nethys.
“Papa heeft dat heel goed gedaan, want het waren moeilijke omstandigheden. Dat werd onderschat.” zo zei zoon Stijn daarover in Trends. “Ik weet dat hij over het hele gebeuren gefrustreerd is, maar hij zal het niet laten merken. Hij kan er toch niks meer aan doen, dus why bother the guy ?” “Het heeft niet geleid tot spanningen in de familie?” wil de journalist nog weten. Stijn Van Rompay: “Nee, integendeel. We hebben een unieke familie. Mijn broer Pieter is mijn beste vriend. We hebben een gezamenlijke bankrekening. Soms staat er veel op, en soms is dat weg en weet ik niet waarom. En ik moet het ook niet weten. Ik weet eigenlijk niet meer wat van mij is en wat van hem. Dat is bij papa ook zo. Die heeft toen ik 26 of 27 was alles aan de kinderen gegeven. Dat was van ‘mannen, hier is alles, je moet voor de mama zorgen, maar je krijgt alles’.”